28 NOVEMBER 1974 1111 tegen uitgaven die onder meer nodig zijn om "Het Ei" open te hou den. Ik roep in de herinnering dat in de discussie over de subsidie aan N.A. C.die ook voor 1975 door de linkse partijen wordt overgeno men, expliciet is gezegd dat die subsidie niet ten koste van de ama teursport mag gaan. Ik meen te mogen concluderen dat de begroting die door het college aan de raad is voorgelegd aan deze eis beter vol doet dan het voorstel van de linkse partijen. Vervolgens iets over de recreatie. De heer Dees heeft gevraagd hoe het nu gesteld is met het recreatiebeleid in algemene zin, met de Biesbosch en met de Galderse Meren. Het lijkt mij dat de begelei ding van de recreatieve functie tot op heden onvoldoende reliëf heeft gekregen en dat daarin de nodige verbetering dient te worden aange bracht. Als wij dit willen doen, zal de dienst voor jeugd en sport met een ambtenaar moeten worden uitgebreid omdat op het ogenblik ge let op de bezetting niet aan de gestelde eis kan worden voldaan. Voor de Galderse Meren is kortgeleden een adviesgroep ingesteld die zich onder meer bezighoudt met de vraag wat de waarde van de Galderse Meren voor de Bredase bevolking is, c. q. zou kunnen zijn en welke additionele elementen de Galderse Meren behoeven. De vraag is gesteld of bij de ontwikkeling van de Galderse Meren kan worden vooruitgelopen op de totstandkoming van een regionaal basis plan voor de openluchtrecreatie. Het antwoord luidt ontkennend, om dat wij voor de ontwikkeling van de Galderse Meren in ieder geval een subsidie van het ministerie nodig zullen hebben en omdat wij om deze subsidie te kunnen krijgen een regionaal basisplan ter beschikking moeten hebben. Met betrekking tot de Biesbosch zal de taad naar het zich thans laat aanzien in 1975 worden geconfronteerd met een zeer belangrijke en principiële uitspraak over het basisplan voor dit gebied waarbij het behoud van de natuurlijke situatie en de maat waarin de waterrecrea tie daarop invloed mag uitoefenen aan de orde zullen zijn. Ik ben met poëzie begonnen en ik had er ook mee willen eindi gen, ware het niet dat de heer Crul door een prioriteitenlijst van een beleidsfunctionaris ter secretarie op te voeren weer eens heeft aange toond op welke wijze hij en zijn fractie met in alle openheid verstrek te informatie opereren. In de vergadering van de commissie voor jeugd en sport van dinsdag j. 1. werd door de linkse commissieleden over de wijze waarop het federatieprogramma bij het beleid van het college wordt betrokken met geen woord gerept. Dat is dan kennelijk de open heid die door de heer Crul en de zijnen in de richting van bijvoorbeeld het college wordt beleden! Dit geeft aan wat de ideeën over openheid van de linkse fracties jegens anderen voorstellen zij blijken tamelijk hol te zijn. Het moge voor de linkse partijen een geruststelling zijn dat het college aan de openheid wel de nodige inhoud wenst te geven. De heer CRUL: Ik begrijp niet goed wat de wethouder hiermee be doelt. In de commissievergadering is bepaalde informatie verstrekt en het lijkt mij normaal dat deze wordt bestudeerd voordat men erop re ageert. Dit is de normale handelwijze in de fracties van P. v. d.A. en P. P. R.die ook in dit geval is gevolgd. Er is over dit onderwerp ge sproken en er is thans nadere informatie over gevraagd. Als er op deze wijze door de wethouder wordt gereageerd, moet er wel iets anders achter zitten, want wanneer dat niet het geval is is de reactie voor mij onbegrijpelijk. Wethouder VAN GRAAFEILAND; Het is niet ongebruikelijk dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1111