raadsvergadering ONTWERP 29 NOVEMBER 197' (Middagvergadering) AGENDA: behandeling begroting 1975. Aanwezigs MEVR. W. V&GER-MIDDELBEEK, SEN, MEVR. J.A.W. VAN ROOIJ-VAN DEN STUTTERHEIM-EDELING, alsmede de heren L.A.M. VAN BANNING, DRS. TH. A.M. BE' R. N. BRUMMELKAMP, C.J. CRUL, DRS. D. DONGEN, J. DREEF, J.P.A. VAN DUN, G. A.-^A-M-BWUL, ClrffCrt: EISSENS, J.G.W. GEENE, G.H.J. GIELEN, J. P. M. GOOS, J.A. VA#.-' GRAAFEILAND, J.A.P. HENDRIKSEN, DRS. P. P.J.A.M. HOUBEN, M.F. JONGENEEL, A.P.J. KAARSEMAKER, P.M.J.F.X. KOERTSHUIS, A.B. KRAMER, G. C. M. LAMBREGTS, H. VAN MALE, H.A. MARTENS, J. P. OOMEN, A.H.W.M. DE RAAFF, JHR. R. G. P. SANDBERG, A.R.J.M. SUURMEUER, J.P.W.A.A.M. TAKS, J.C.A.M. VEELENTURF, DR. M.A.J. VISSER, DR. R. W. WELSCHEN, IR. J. G. TEN WOLDE en J. A. VAN DEN WIJNGAARD. Voorzitter: de heer IR. W.J. L. J. MERKX, burgemeester. Secretaris: de heer DR. J.P.A. VAN DEN DAM, gemeentesecre taris. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in artikel 15 van het reglement van or de voor de vergaderingen van de gemeenteraad. Hij spreekt hierna als volgt; Dames en heren, Wij vervolgen onze beraadslagingen van giste ren. Aan de orde is de tweede termijn van de algemene beschouwingen, waarna wij ons aan de hoofdstukken zullen wijden. In de loop van de debatten zal ik u van de tijdsplanning op de hoogte houden. De heer GEENE: Na de interrupties van de heer Dees en uw ant woorden aan de heer Crul ook van mijn kant enkele reacties op de al gemene beschouwingen. Ik heb de indruk dat de heer Crul last van com plexen begint te krijgen. Hij wil blijkbaar op de heksenjacht. Hij sug gereert overduidelijk de dubbele functie van raadsleden en wel op een zodanige wijze dat de integriteit in het geding wordt gebracht. Dit soort verdachtmakingen hebben wij de afgelopen vier jaren herhaaldelijk moe ten ervaren en de heer Crul is blijkbaar van plan er nog een poosje mee door te gaan. Hij gaat voorbij aan het feit dat niet ieder raadslid in de gelukkige omstandigheid verkeert overheidsambtenaar te zijn en dat niet ieder raadslid zich kan verschuilen achter het ongrijpbare "'Rijk" als het gaat om zakelijke transacties tussen bijvoorbeeld Rijk en gemeente.Raads leden, die niet in die omstandigheden verkeren, hebben als dank voor het werk dat zij in het algemeen belang verrichten kritiek te vrezen, ófwel van de raad omdat er zaken worden gedaan ófwel van hun baas om dat er geen zaken kunnen worden gedaan daar de employé tevens raads lid is. In deze zaal valt het woord "onrecht" nogal eens, maar is dit geen onrecht? De benadering van de heer Crul vind ik onverantwoord en zeer onzorgvuldig. Woorden van gelijke strekking zijn overigens gisteravond al gesproken. De heer Crul wil zich het handelsmerk van de democratie,de open baarheid en de inspraak toeëigenen. Ik moet hem dan toch verwijzen naar de boodschap die de raad bij de aanvang van de vorige zittingsperi ode aan het college heeft overgebracht. Toen stond democratisering van het bestuur al centraal. De daarna opgerichte democratiseringscommis- d.d. 1 3 FEftj1975 Beslissing: J 1EVR. M.L.A, PAULUS- EÜVELT'MEVR. J. C. B....y.A.N..ASSStDO-NKT- KERS, H, BROEDERS, 5 n nKanaal H X

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1117