14 FEBRUARI 1974 111 die in het bestuurscentrum zullen moeten werken buiten het centrum als "langparkeerders" -- bijvoorbeeld van half negen tot half zes zien optreden. Op die manier is het voor de burger onmogelijk met zijn auto nog in de omgeving van de binnenstad te komen en daar te par keren, Over dit punt wil ik geen motie indienen, maar ik zou wel wil len vragen of het college mijn opmerkingen zou willen betrekken in zijn gedachtenvorming. Mevrouw W1LLEMS-VAN DOORN: Bij dit agendapunt worden van de raad twee dingen gevraagd: in de eerste plaats het nemen van een principe-besluit ten aanzien van de huisvesting en in de tweede plaats het voteren van een voorbereidingskrediet. Met beide onderdelen van het voorstel kan onze fractie instemmen, zij het dat een meerderheid bij een onderdeel van het eerste punt vraagtekens plaatst, In het algemeen kunnen wij stellen dat het basisplan dat door de commissie ad hoe gemeentelijke huisvesting is opgesteld een goede rich ting aanwijst waarin verder gewerkt kan worden. Omdat nieuw bouwplan nen door de financiële positie van de gemeente niet haalbaar zijn, lijkt dit basisplan ook ons de meest aangewezen weg om tot oplossing van huisvestingsproblematiek van de gemeentelijke diensten te komen. Uiter aard bergt dit plan ook nog onzekere factoren in zich: in het voorstel worden de financierings- en de investeringsproblemen genoemd. Onze fractie is echter gaarne bereid het gevraagde krediet te verlenen, zodat het advies nader op zijn uitvoerbaarheid onderzocht kan worden. De vraagtekens van een deel van onze fractie hebben zoals men wel zal begrijpen betrekking op punt 4, dat ook door de heer Quadekker al is gememoreerd. Een gedeelte van onze fractie is evenals de gespreks groep van Bredase Vrouwen van mening dat het nemen van een besluit tot het bouwen van een parkeergarage onder het Stadserf op dit ogenblik ongewenst is. Een dergelijk besluit kan naar onze mening pas genomen wor den als het binnenstadsplan vastere vormen heeft aangenomen en als wij weten wat wij met de binnenstad gaan doen. Een parkeergarage onder het Stadserf zou strijdig kunnen zijn met het uiteindelijke plan en de daaraan ten grondslag liggende visie. De goedkeuring voor de bouw van de par keergarage op dit ogenblik kan, zoals de politieke gespreksgroep heeft aangevoerd, de keuzemogelijkheden ten aanzien van de binnenstad erns tig beperken. Wij zouden het college dan ook in overweging willen geven eerst een voorstel inzake dé verkeersproblematiek aan de raad te doen, als een definitief plan voor de binnenstad is opgesteld. De heer JANSEN; Het basisplan met betrekking tot de centralisa tie van de gemeentelijke diensten roept ook bij mij geen problemen op. Ik acht het echter nogal problematisch meteen een besluit te nemen ten aanzien van de parkeergarage. Dit eist namelijk een aantal voorzienin gen die ook de binnenstad zullen treffen, waarbij ik bijvoorbeeld denk aan de tunnel. Een bijkomend probleem is dat op de Haven -- dus niet zo ver van het stadhuis een ondergrondse parkeergarage van de FINA ligt. Ik meen mij te herinneren dat ik eens heb vernomen dat de gemeen te garant staat voor het exploitatieverlies op deze garage, zodat ik mij afvraag waarom daar de auto's niet geparkeerd kunnen worden, mede aan gezien deze garage nog niet voor een derde gebruikt blijkt te worden. Op die manier zou het Stadserf in zekere mate ontlast kunnen worden, waar door daar toch meer auto's geplaatst zouden kunnen worden. Mevrouw VAN NES-BRANDS: Met het onderschrijven van de con clusies en aanbevelingen van de commissie ad hoe gemeentelijke huis-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 111