1124 29 NOVEMBER 1974 wat moeite met deze vermenging van functies; wij vinden dat over de besluitvorming klaarheid moet bestaan en dat men het erover eens moet zijn of de zaken al of niet op deze wijze "behandeld kunnen worden.Daar om stellen wij voor te gaan inventariseren en met elkaar te bezien hoe wij daar verbetering in kunnen brengen. Is de huidige gang van zaken juist dan gaan wij op de ingeslagen weg voort, dSt is de strekking van onze woorden geweest. Vervolgens kom ik bij de prioriteiten, maar ik weet niet precies hoeveel minuten spreektijd ik nog heb. De VOORZITTER: U hebt geen spreektijd meer, maar u mag nog even doorgaan omdat u enkele malen bent onderbroken. De heer CRUL: De prioriteiten vormen het belangrijkste onderwerp van deze beraadslagingen. Ik heb al gezegd dat het college zich er ge makkelijk van af heeft gemaakt. Met een lach en een traan heeft het activiteiten die wij hadden laten vallen weer opgevoerd en het heeft ei genlijk geen verdediging gevoerd ten opzichte van onze voorstellen.Het heeft niet gezegd waarom het ene niet en het andere wel kan, het heeft gewoon vanuit het historische gegeven dat het steeds hanteert gezegd dat de activiteiten moeten plaatsvinden. Wij zijn uitgegaan van ons programma, van onze beleidsuitgangspunten en van de vier hoofdlijnen in de prioriteitenstelling. Dat waren: democratisering, wonen/woonom geving, vorming/onderwijs en ontwikkelingshulp. Natuurlijk zijn ook door het college belangrijke voorstellen gedaan, daar hebben wij in fei te geen misverstand over laten bestaan. Een aantal beslissingen, die nog niet door de raad waren genomen, hebben wij ook duidelijk op grond van de genoemde vier prioriteiten meegenomen omdat wij vinden dat zij moeten worden uitgevoerd. Met. pijn hebben wij sommige voorstel len moeten laten wegvallen omdat onzes inziens aan andere dingen voor rang moest worden gegeven, maar het college heeft de dingen alleen maar cijfermatig benaderd en dat vinden wij jammer. Ik heb bijvoor beeld al gezegd dat wij een rekenfout hebben gemaakt en dat de heer Broeders daarop is ingegaan. Hij gaat echter niet in op ons voorstel Wethouder BROEDERS: Ik 'had niet ontdekt dat het een rekenfout was.' De heer CRUL: Dat weet u nu, dus dan kunt u direct misschien een ander standpunt innemen. Wat betekent ons voorstel ten aanzien van het project voor sociaal gedepriveerde kinderen voor de heer Broeders? Wij hebben nu wat meer ruimte door de subsidie van de S.A.D. en wij hebben deze kwestie gewoon met andere aangelegenheden vergeleken. De vraag, hoe wij in deze situatie verbetering kunnen brengen, is al jaren in discussie maar de heer Broeders zegt daar niets over. Hij gaat alleen maar in op dingen die wij willen laten vervallen, maar wij wil len die dingen juist op grond van een algemeen samenhangend beleid tegenover elkaar stellen. Men zou de door mij genoemde kwestie bij voorbeeld in competitie kunnen brengen met het tehuis voor daklozen. Wij hebben te dien aanzien een voorstel gedaan en de heer Broeders heeft bij de opening van de Nederlandse Middenstandsbank namens het colle ge gesteld dat hij dit niet zo'n gelukkig initiatief vond. De VOORZITTER: Mag dit ongeveer uw laatste zin zijn?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1124