112 14 FEBRUARI 1974 vesting heeft in de raad niemand veel moeite, evenmin als in de com missie voor ruimtelijke ordening. Mede onder invloed van buitenaf ben ik op detailpunten van mening veranderd, zoals men wel zal hebben be grepen. In de samenvatting in de bijlage worden vier punten genoemd; on der punt 1 valt de verbouwing van het eigenlijke gemeentehuis. Ik heb er behoefte aan te zeggen dat de gemeenteraad zich indertijd bij de be spreking van de verkoop van Bouvigne aan het waterschap niet heeft gere aliseerd hoe aantrekkelijk het geweest zou zijn Kasteel Bouvigne in te richten als aanvullende trouwgelegenheid. Er is behoefte aan romantiek..... Uit de ontstane hilariteit maak ik op dat het nog steeds een idioot plan schijnt te zijn. Dat kan ik nu niet begrijpen.' De VOORZITTER: Nee, ik ook niet, ik ben het helemaal met u eens. "Er is behoefte aan romantiek.zo ver was u.' Mevrouw VAN NES-BRANDS; Ik zou bijna concluderen dat u dat on derschrijft. Dat hoor ik dan straks misschien wel. De heer VAN DER WERFF: Maar die romantiek is toch ook op het Begijnhof te vinden.' Mevrouw VAN NES-BRANDS: Dat is nu juist het probleem waar wij straks mee te maken krijgen. Men moet zich voorstellen dat dan de trouw paren zich hier op het stadhuis en op het Begijnhof verdringen. Het is he lemaal niet leuk als je andere trouwlustigen tegenkomt. Trouwen is voor jezelf iets exclusiefs en daarbij wil je geen andere bruiden of bruidegom- men zien en dat gebeurt hier geregeld als zij als sinterklazen in en uit het gemeentehuis lopen. Ik betreur dat en vind de gang van zaken -- om serieus te blijven -- ook om praktische redenen bezwaarlijk, aangezien het af- en aanrijden van de trouwstoeten zeker verkeersopstoppend zal werken op een binnenstad die toch al eigenlijk voetgangersdomein zou moeten zijn. Het tweede punt heeft betrekking op het plaatsen van een aantal diensten en afdelingen van de secretarie in de Catharinastraat. Bij de voorbespreking is al duidelijk geworden dat allerlei mensenaantrekkende diensten zullen worden verplaatst, zoals het bureau bevolking, terwijl ook de "intake" van de sociale dienst niet aldaar gevestigd zal worden. Wellicht zou overwogen kunnen worden hulpsecretarieën in de wijken in te stellen, waarbij ik denk aan Princenhage en de Hoge Vucht. Het lijkt mij goed daar hulpsecretarieën in te stellen waar routinehandelin gen ten behoeve van de burgerij afgedaan zouden kunnen worden. Vervolgens wil ik graag een opmerking maken over de aanleg van een parkeergarage onder het Stadsen. De politieke gespreksgroep Breda se Vrouwen en naar ik meen ook de STAR hebben bezwaar gemaakt te gen het nu reeds doen van een principiële uitspraak over de parkeerga rage. Ik ben mij ervan bewust dat wij thans geen besluit over de parkeer garage nemen. Er wordt slechts een principe-uitspraak gevraagd en het besluit dat ons vanavond wordt voorgesteld te nemen verwijst alleen naar de bijlage waarin een aantal gedachten is verwerkt. Wat wij vanavond zullen doen strekt dus niet zo ver, maar desondanks lijkt het mij goed de besluitvorming over de parkeergarage op te schorten, totdat de doel stellingen voor de binnenstad in de raad aan de orde zijn geweest, zo dat een duidelijker beeld gevormd kan worden van de bedoeling met de binnenstad en het verkeer daarin. De verwijzing naar de verordening lijkt mij niet zeer zinvol. Als

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 112