29 NOVEMBER 1974 1135 Wethouder DE RAAFF: Ik ben niet bereid hierover in het georga niseerd overleg te spreken. Het is geen "debating club", het is een over legorgaan dat tot taak heeft voorstellen op tafel te leggen die in de raad moeten worden aangenomen. De heer Crul heeft gezegd dat de wethou der, als hij dit niet wil, wel met het ambtelijk apparaat zal worden ge confronteerd. Dat zullen wij dan maar afwachten, want ik zie het echt niet gebeuren. Hoe kan men nu in z'n eentje tot nivellering van de sa larissen in Breda komen? Dan lopen de ambtenaren die wij hebben weg en zullen wij geen nieuwe ambtenaren meer kunnen krijgen. De heer CRUL: Heeft u dat aan de ambtenaren gevraagd? Wethouder DE RAAFF: Dat heb ik niet aan de ambtenaren gevraagd, maar het is even duidelijk als twee maal twee vier is. De heer CRÜL: Dat zegt u nu, maar dergelijke opmerkingen maakt iedereen die er vanaf wil zijn. Er wordt niet fundamenteel over gespro ken. U zegt dat het georganiseerd overleg een overlegorgaan is; nu,dan bestaat toch de mogelijkheid om over deze kwestie overleg te plegen? Het is de vraag of dan besluiten worden genomen, dat is echter ook he lemaal niet nodig. U hoeft er ook niet mee terug bij de raad te komen, maar u ktfnt overleg over deze aangelegenheid plegen en dat weigert u. Dan moet ik er wel van uitgaan dat u in feite niet achter de nivellering staat. Wethouder DE RAAFF: Persoonlijk sta ik wél achter de nivellering, maar deze kwestie moet niet incidenteel doch in alle gemeenten wor den aangepakt. Het is overigens duidelijk dat de heer Crul de prioriteiten anders ziet dan het college en een groot gedeelte van de raad. Over deze prio riteiten zullen wij dan wel van mening blijven verschillen. Eén opmerking van de heer Geene is mij uit het hart gegrepen,na melijk dat zo'n alternatieve begroting op zich natuurlijk belangrijk is maar dat men dan ook de tijd moet hebben om haar te bestuderen. De tijd daartoe heeft gewoon ontbroken en ik meen dat de heer Crul gevoe lig is voor dit argument. Misschien is dit één van de dingen die wij in de loop der jaren moeten leren. Ik ben van mening dat belangrijke din gen tijdig moeten worden voorgelegd, maar desalniettemin ben ik op dit moment de opvatting toegedaan dat de door het college gestelde prioriteiten juister zijn dan de prioriteiten in de alternatieve begroting. In de richting van de heer Dees moet ik nog zeggen dat men in de alternatieve begroting behalve bedragen ten behoeve van de socia le dienst ook bedragen ten behoeve van de G. G. en G. D. heeft geschrapt. Ook daarmede kan ik het niet eens zijn, maar wellicht komen wij daar straks nog op terug. De heer DEES: Dat hoeft u niet tegen mij te zeggen.' Wethouder DE RAAFF: Neen, dat is inderdaad juist. Hierbij zou ik het in tweede instantie willen laten. Wethouder VAN DUN: Mijnerzijds wat korte opmerkingen. Het doet mij plezier dat de heer Geene namens zijn fractie tot uitdrukking heeft gebracht dat de bezorgdheid ten aanzien van de tijdsplanning en de bedoelingen met de Haagse Beemden en de binnenstad voor een deel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1135