1138 29 NOVEMBER 1974 wordt geduid. Daar ligt de oorzaak van het soms mislopen van experi mentele renovatieprocessen in oude buurten. Ik vind dat onvertoonbaar en niet juist. Eigenlijk heeft de heer Houben het vandaag weer gedaan, want hij heeft mijn mededeling van gisteren over het fout lopen van de contacten in het voorbereidingsteam Hoge Vucht als voorbeeld genomen. Daarmee suggereert hij dat dit de schuld zou zijn van de ambtelijke ver tegenwoordigers in dit team en ik zou er daarom voor willen pleiten de nuancering uit te breiden. Als menselijke contacten fout lopen moeten de oorzaken aan beide kanten worden gezocht en niet per definitie aan de kant van het gemeentelijk apparaat. Als wij dan los van het ambte lijk apparaat in deze raadszaal aandringen op een stuk begeleiding, op? vang en vorming van de ambtenaren moet ik u zeggen dat elke beslis sing, elke pertinente uitspraak ter zake mij paternalistisch voorkomt. Ik ben nog één ding vergeten. Ik wil namens het college nog iets zeggen over de door de heer Geene ingediende motie over Ginneken. Er bestaat enige relatie met uitspraken van de raad in een vorige vergade ring, waarin wij hebben gezegd dat het college de mogelijkheden van1 een bestemmingsplan voor Ginneken onderzoekt. Ik heb gezegd dat wij daarmee in de vorm van een stuk bij de raad zullen terugkomen om een en ander te bespreken. De studie is een heel eind gevorderd en de raad kan de resultaten daarvan binnenkort verwachten. De heer Geene heeft gezegd dat het bestemmingsplan nog wel een hele tijd op zich kan la ten wachten; hij heeft voorgesteld met name aandacht te besteden aan de bestudering van de toepassingsmogelijkheden van een verordening ex artikel 18 van de Drankr en Horecawet om daarover vervolgens pre advies uit te brengen. Ik kan namens het college zeggen dat wij daar toe gaarne bereid zijn. Wij zullen op korte termijn met de mogelijk heden van de artikel 18-procedure en de ruimtelijke ordeningsprocedu re bij de raad komen; als zodanig is deze motie voor het college aan vaardbaar. Wethouder VAN GRAAFEILAND; De heer Dees heeft nog even geïn formeerd naar de werkgelegenheidssituatie in de Haagse Beemden,met name wat detcöhtacten met Pensnett of L. C. P. betreft. Sinds de eer ste contacten is het gehele investeringsklimaat verslechterd en dat gaat natuurlijk ook niet aan deze Engelse maatschappij voorbij. Bovendien is de rentevoet op dit moment niet van gunstige invloed op het verho gen van de investeringsdrang. Verwacht mag worden dat de rentestand binnen niet al te lange tijd zal worden verlaagd en daarom is het mo gelijk dat binnen afzienbare termijn een concrete beslissing rond de ves tiging en de ondertekening van het contract zal worden genomen.Om het risico, dat ongetwijfeld aan het realiseren van dit project verbonden is, wat te spreiden is men aan het zoeken naar risicodragend kapitaal en wel op de Nederlandse markt. Op 10 december a. s. zal met de direc tie van L. C. P. verder worden gesproken over het totale project en dat zal er ongetwijfeld toe leiden dat wij concreet zullen vragen op welke termijn de heren denken hun morele verplichtingen te gaan invullen.Het is duidelijk dat wij ons als gemeente aan onze verplichtingen ten opzich te van L. C. P. hebben kunnen houden; dat is een gelukkige bijkomstig heid, maar wanneer wij nog een half jaar of een jaar moeten wachten op de ontwikkeling van dit project moeten wij toch gaan uitzien naar de mogelijkheid om een ander terrein voor deze maatschappij te reserve ren, zodat wij -- maar dat is eigenlijk een laatste redmiddel -- aan de oostkant van de weg Mijkenbroek vooruit kunnen met de normale indus trievestiging. Ik moet u eerlijk zeggen dat dit de gehele situatie en het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1138