29 NOVEMBER 1974 1141 heeft de dure plicht overeenkomstig haar verantwoordelijkheid tegenover de totale bevolking bescherming en veiligheid naar vermogen te waar borgen. Ik zeg "naar vermogen", hetgeen volgens mij betekent dat een organisatie moet worden opgebouwd die zowel kwalitatief als kwantita tief permanent paraat is. Het gaat om belangrijke dingen zoals have en goed, leven en gezondheid. In relatie tot mijn vorige onderwerp wil ik er nog even op wijzen dat dit alles niet ophoudt bij de eigen gemeente grens. Mijn concrete vraag luidt dan ook; is er afdoende preventie ?Wat de persoonlijke veiligheid van de bevolking betreft berust" een duidelij ke taak bij de overheid en met "veiligheid" bedoelen wij een zeer ruim terrein. Een belangrijk onderdeel van de bescherming is de verkeersvei ligheid in al haar aspecten. Nummer 03. 3. 128 heeft bijvoorbeeld be trekking op de jeugdverkeersexamens. Nu heb ik er wat moeite mee bij deze post van de begroting een bepaalde vraag aan uw college te stel len. Het gaat met name om de vraag, of de verkeersopvoeding in de breedste zin van het woord hier thuishoort. Hoort dit bij het onderwijs thuis -- de betalende afdeling --of gezien de leeftijd bij de dienst voor jeugd en sport? Of hoort de verkeersopvoeding, omdat het woordje "ver keer" erin voorkomt, bij openbare werken thuis? Uit veiligheidsoverwe gingen en op basis van mijn grote zorg aangaande deze kwestie hand haaf ik mijn vraag bij de behandeling van hoofdstuk III; doen wij als overheid iets aan de veiligheid van het kind op de weg? "Iets" is een zeer ruim begrip, maar toch bedoel ik er wat meer mee dan het op straat hel pen oversteken in de omgeving van de school. Ik wil niet graag in oude discussies terugvallen en u weet beslist wat ik daarmee bedoel. Mag on ze fractie hierop een voorlopige visie van uw college vernemen? Ikheb er begrip voor wanneer dat niet op dit moment kan gebeuren. Ten slotte nog een ander punt in het kader van de openbare vei ligheid. Ik mis op de begroting een post voor de bedrijfszelfbescherming. Legt de wet de gemeente dit niet op waar het de eigen gebouwen be treft? Naar onze mening is een en ander zinvol te realiseren via de aan staande hergroepering in de Catharinastraat en mijn vraag is dan ook; bestaat hiervoor een beschermingsfunctionaris? Nog enkele opmerkingen over het bestuur. Aangezien het doel van elk bestuur het bevorderen van het welzijn van de burger is menen wij dat een wisselwerking tussen bestuur en samenleving onmisbaar is. De mocratie "nieuwe stijl" vraagt om inspraak en onze fractie heeft daar geen enkele moeite mee, hetgeen u wel bekend zal zijn. Wij hebben ook geen moeite met de daaraan verbonden wijziging in de methode van besturen, maar wij vinden wel dat er daardoor veel meer werk voor de raadsleden bij is gekomen en ook dat is u beslist bekend. Mogelijk is er toch een beperking in die werkzaamheden in te voeren, namelijk wan neer meer detailzaken aan het college van burgemeester en wethouders zouden kunnen worden gedelegeerd. Het lijkt ons nuttig dit binnenkort ter bestudering aan de commissie algemene zaken voor te leggen. De inspraak, "het hoe" en "welke objecten" koppel ik daaraan vast omdat deze punten gelijktijdig ter bespreking in de commissie algemene zaken moeten worden meegenomen. Dit is noodzakelijk omdat anders beslist teleurstellingen zullen optreden, zowel bij de burgers als bij de raad en bij de ambtenaren die bij de steeds meer optredende gewijzigde bestuurs vorm recht op voorbereiding en begeleiding hebben. Naar mijn mening speelt het begrip "vertrouwen" bij dit alles een belangrijke rol omdat onze gemeentelijke democratie alleen op basis daarvan kan functione ren. Het vertrouwen staat centraal en ik kan daarvan -- weer in een breed kader -- bet volge nde, voorbeeld noemen. De kiezer vertrouwt de persoon of partij die hij heeft gekozen; de gekozen raadsleden moeten ditvertrou-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1141