29 NOVEMBER 1974
1149
lopig contactorgaan" spreken. Er zijn enkele Westbrabantse punten,die
een samenwerking zouden kunnen verantwoorden, maar men wil toch
niet dat die samenwerking te hecht is. Eigenlijk leest men dagelijks over
het naar hun mening grote gevaar dat het ontstaan van een groot gewest
zou zijn, maar wij delen die opvatting niet. Vanwege een technisch-
organisatorische reden was er enige tijd sprake van stilstand. U weet dat
het streekgewest Westelijk Noord-Brabant ongeveer zes maanden gele
den door het college van gedeputeerde staten is goedgekeurd, maar de
werking van dat streekgewest is pas zeer onlangs een feit geworden. Er
is nog maar nauwelijks een dagelijks bestuur gevormd, dat overigens
uit raadsleden en wethouders onder voorzitterschap van de burgemees
ter van Bergen op Zoom bestaat. Ongeveer vijf 5 zes weken geleden
heb ik dat dagelijks bestuur verzocht onmiddellijk aan ons mee te de
len wanneer het klaar was, waarna wij tot formering van het contact
orgaan zouden kunnen overgaan. Tot op dit moment hebben wij geen
antwoord ontvangen, maar wij blijven bevorderen wat wij kunnen.
Met betrekking tot de kwestie ten aanzien van Eiten-Leur kunnen
wij elkaar een heel eind volgen. Jaren geleden is in het kader van de
vele moeilijkheden die met betrekking tot de gewestvorming hebben
bestaan de suggestie gedaan Etten-Leur een dubbele pet te doen dragen.
Zowel door de gemeente als door de andere partners is die suggestie toen
van de hand gewezen. Ik heb een ogenblik gedacht dat dit misschien
een goede oplossing zou zijn, want de gemeente Etten-Leur neemt een
heel andere positie in, maar ook toen is dat niet gelukt. Zojuist heb ik
u al gezegd hoe ik er nu over denk, bij welke mening ik voorlopig hoop
te blijven. De positie van Oosterhout is heel anders, want deze gemeen
te is veel meer bij Breda betrokken, alhoewel daaromtrent ten aanzien
van Etten-Leur ook geen twijfel bestaat. Oosterhout streefde duidelijk
naar een eigen gewestje, maar een gewest met Oosterhout en enkele
gemeenten in de omgeving zou in het geheel niet passen in hetgeen op
dit moment over de gewestvorming wordt gedacht.
Aan het adres van de heer Kramer behoef ik eigenlijk vrij weinig
te zeggen, want hij verwees naar een andere portefeuille. Zonder dat
hij een bepaald woord gebruikte, verdenk ik hem ervan dat hij daarom
trent tussen de regels door iets wilde laten merken. Waarschijnlijk doel
de hij op een tuin die hij nog niet helemaal kan vergeten. Misschien
heb ik de heer Kramer helemaal verkeerd begrepen, maar, zeker nu ik
hem van een afstand bekijk, zie ik hem daar toch wel voor aan. Hij heeft
echter geen concrete vragen gesteld en ik wil een bespreking over dat
punt dan ook maar uit de weg gaan.
De heer Kaarsemaker sprak over de openbaarheid van informatie
ve vergaderingen. Ik doelde hierbij speciaal op de informatieve verga
dering van enkele weken geleden, die gezien haar karakter en het feit
dat de informatie speciaal voor de raadsleden was bedoeld, naar het oor
deel van het college niet openbaar kon zijn. Ik weet niet wat er in de
toekomst zal gebeuren, maar het is mogelijk dat er opnieuw een infor
matieve vergadering zal plaatsvinden die niet openbaar kan zijn.Mis-
schien is het denkbaar dat sommige informatieve raadsvergaderingen wel
openbaar kunnen zijn, hoewel ik dat vooralsnog niet zie.
Het college zal inderdaad een onderzoek naar de nevenactivitei
ten van bestuurders instellen. U weet overigens dat in de gemeenschap
pelijke regelingen aangelegenheden als het afleggen van verantwoording
bijna altijd zijn geregeld. Dit is.heel iets anders dan een verantwoor
dingsplicht, maar het gaat hier wel om zaken die moeten worden geor
ganiseerd en die in de regelingen zelf gestalte moeten krijgen.