29 NOVEMBER 1974 1153 te belangstelling zal volgen. Zij wil u in overweging geven bij de be handeling te zijner tijd de vrijstellingsmogelijkheden mede in de be schouwing te betrekken. Bij de vaststelling van de budgettaire capaciteit bent u onder meer van de winstuitkering van het Energie- en Waterbedrijf uitgegaan, wel ke sedertdien is gewijzigd, Zelfs rekening houdende met de gewijzigde winstberekening ben ik van mening dat het aantal factoren dat de uit kering zal beïnvloeden zodanig groot is, dat naar mijn overtuiging in deze berekening tegenvallers zullen schuilen. Die tegenvallers zullen van zodanige aard zijn, dat de grootst mogelijke voorzichtigheid dient te worden betracht en dat zo nodig ook bijtijds naar bijstellingsmoge lijkheden zal dienen te worden gezocht. Ik hoop evenwel dat ik in de zen ongelijk zal krijgen en dat uw planning juist zal blijken te zijn;ik waag dat echter te betwijfelen. Inmiddels is het voorzitterschap door wethouder Broeders overge nomen. De heer VISSER: Ik wil graag iets over de samenwerkingsscholen in de nieuwe wijken zeggen. Hoe staat het met de werkzaamheden van de commissie, die zich met name met de samenwerkingsschool in de Haagse Beemden bezighoudt? Ik ben daar erg benieuwd naar, want zo als u weet -- ik heb daarover met u een gesprek gevoerd -- ben ik om trent dit type school nogal bezorgd, aangezien hierdoor aan de keuze vrijheid met betrekking tot de schoolrichting beperkingen worden opge legd. Ik weet niet of de wethouder er erg veel behoefte aan heeft thans in het algemeen op dit vraagstuk in te: gaan, maar hij kan zich tot de toekomstige gang van zaken in de Haagse Beemden beperken. Het is mij bekend dat dit vraagstuk vele aspecten heeft, zodat het wellicht be ter is dat ik een geschiktere gelegenheid dan deze begrotingsbehande ling aangrijp. Ditzelfde geldt voor een geheel andere kwestie, namelijk die van de Landelijke Stichting Leerplanontwikkeling. Wat moeten wij daarstraks mee aan? U kent het doel, het ontwerpen van modellen voor leerplan nen, schoolwerkplannen en onderwijsleerpakketten. Deze landelijke stich ting wordt een dienstverlenend en ondersteunend instituut voor afzonder lijke scholen, groepen van scholen, schooltypen, onderwijsniveaus en speciale vernieuwingsprojecten. Het komt mij voor dat de S.A.D. zich op korte termijn zal moeten buigen over de betekenis welke deze nieu we stichting voor het onderwijs in Breda kan hebben. Aanvankelijk was ik een beetje huiverig voor een nog verder voortgaande vrijheidsbeper king van het onderwijs door het ontstaan van genoemde stichting,maar nu de minister, zoals algemeen bekend, de statuten heeft gewijzigd, waardoor meer waarborgen voor de vrijheid van onderwijs zijn verkre gen, meen ik te moeten stellen dat er wel iets goeds in zit. In elk ge val zullen wij deze aangelegenheid nauwkeurig in het oog houden.Graag wacht ik uw oordeel in dezen af. Ten slotte moet ik namens mijn fractie nog een motie indienen. In de jaren dat ik lid van de Haagse gemeenteraad was ben ik slechts eenmaal met een motie gekomen. Die motie was toen ook bijzonder hard nodig, maar zij haalde het niettemin maar net. Ik sta op het stand punt dat men niet te veel van dit middel gebruik moet maken, omdat het dan zijn uitwerking gaat verliezen. Het is voor mij derhalve de twee de maal dat ik een motie indien, hoewel ik nu nog maar pas in de Bre dase raad zit. Gelukkig gaat het evenwel om een motie ter ondersteu ning van het collegebeleid. Mijn fractievoorzitter heeft hierop giste-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1153