1154 29 NOVEMBER 1974 ren bij zijn algemene beschouwingen reeds gedoeld, toen hij de grote behoefte aan de H.E. A„O. in Breda schetste. Misschien mag ik umijn motie overhandigen. De door de heer Visser c. s. ingediende motie luidt als volgt: "De raad van de gemeente Breda, in vergadering bijeen op 29 no vember 1974, gelet op het streven van het college van burgemeester en wethou ders naar verdere uitbouw van het voortgezet onderwijs en in het Bijzonder van het hoger beroepsonderwijs in Breda, constateert dat er in Breda, mede in het kader van haar belang rijke centrumfunctie in Zuidwest-Nederland, grote behoefte is aan een instelling voor hoger economisch en administratief on derwijs, gehoord de discussie tijdens de begrotingsbehandeling in de raad, nodigt het college uit op korte termijn en bij voortduring al het mogelijke te doen om te bevorderen dat er in Breda een instel ling komt voor H.E, A.O. verzoekt deze motie ter kennis te brengen van de minister van Onderwijs en Wetenschappen. Voldoende ondersteund zijnde maakt deze motie mede onderwerp van beraadslaging uit. De heer BRUMMELKAMP: Van de 660 minuten die voor de begro tingsbehandeling zijn uitgetrokken, zijn mij 5 minuten gegund om na mens de fracties van P.v.d. A. en P.P.R. het onderdeel financiën te be spreken. Als sinds kort zittend raadslid moet het mij van het hart dat de nieuw gekozen raadsleden zeer snel de vuurdoop krijgen. Het is de vraag of de opstelling van de begroting en de vorm waarin zij wordt aangebo den een snelle inwerking in de begrotingsproblematiek bevorderen.Ove rigens zal de opzet van de begroting wel altijd tussen de eisen van lees baarheid enerzijds en de boekhoudkundige eisen anderzijds liggen.Boek houdkundig gezien' is de eindeloze opsomming van bedragen zeker juist, terwijl ook de rechtmatigheid van de uitgetrokken bedragen geen twij fels oproept. Voor een goed inzicht in de begroting is het echter nood zakelijk dat er een goede toelichting wordt gegeven en dat sommige ge gevens logischer worden gegroepeerd. Reeds de procedure van de budgetverdeling roept in onze fracties vragen op. Door het pas inschakelen van de commissies van advies en bijstand op het moment dat het college de omvang van de budgetten reeds per portefeuille heeft vastgesteld, kan een totale afweging van de priori teiten niet meer plaatsvinden; deze voorkeursafweging kan slechts tot een verschuiving binnen de portefeuilles aanleiding geven. Pas bij de begro tingsbehandeling in de raad, die circa zes maanden later plaatsvindt, is het mogelijk verschuivingen van de ene naar de andere portefeuille te doen plaatsvinden. Met het logisch groeperen van bepaalde gegevens bedoel ik dat minstens de volgende gegevens in de begroting afzonderlijk moeten zijn samengevat: a. de posten die door het college zijn herverdeeld; b. de posten die door het ambtelijk apparaat zijn aangegeven, maar door het college niet zijn gehonoreerd. Hierbij zal moeten worden aan gegeven op grond van welke voorkeuren dat is geschied. Ook de jaarlijks beschikbare vrije ruimte, bestaande uit aflopen-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1154