1162
29 NOVEMBER 1974
drijfsvergelijking opgesteld, waarbij wij een zo reëel mogelijke bena
dering probeerden te bereiken. Er kunnen evenwel altijd verstorende
factoren zijn, maar wij hopen dat dat zal meevallen; zekerheid kan
natuurlijk nooit worden gegeven.
De heer Brummelkamp heeft gezegd dat de nieuwe raadsleden met
deze begrotingsbehandeling al zeer snel de vuurdoop hebben gekregen.
Persoonlijk heb ik al meermalen gezegd dat het tijdstip waarop de nieu
we raden gaan optreden wat ongelukkig is, met name vanwege de fi
nanciële aangelegenheden die dan juist aan de orde zijn. Omdat de be
groting vóór het nieuwe jaar gereed moet zijn valt de nieuwe raad pre
cies in de periode van voorbereiding. Het zou gemakkelijker zijn als
de nieuwe raad met ingang van het nieuwe jaar zou gaan optreden,maar
misschien heeft de huidige gang van zaken het voordeel dat u gedwon
gen bent u heel snel in de gemeentelijke kwesties in te werken.Overi-
gens geef ik graag toe dat een begroting, die met betrekking tot alle
onderdelen informatie geeft, de inzichtelijkheid enigszins geweld aan
doet. IJ weet dat er bepaalde voorschriften voor het opstellen van een
begroting zijn, waaraan wij ons moeten houden. In de nota van toelich
ting proberen wij zo goed mogelijk informatie te geven, al slagen wij
daar misschien niet geheel in, waarmee wij uiteraard altijd rekening
moeten houden. Misschien zouden de deelbegrotingen van de verschil
lende portefeuilles wat overzichtelijker in de commissies kunnen wor
den gepresenteerd, waardoor ook beter een oordeel zou kunnen worden
gegeven. Mijns inziens heeft de nieuwe methode daartoe al een bijdra
ge geleverd.
De heer Brummelkamp heeft voorts gezegd dat de budgetmetho
de natuurlijk het gevaar in zich bergt dat de prioriteiten in totaliteit
niet goed kunnen worden afgewogen en dat ontken ik ook niet. Niette
min durf ik te stellen dat de situatie in het verleden nog moeilijker was,
want door een behandeling in delen is de beoordeelbaarheid verbeterd.
Ik zeg echter niet dat wij aan het einde van de rit zijn gekomen. De
raad weet dat ik namens het college herhaaldelijk heb gezegd dat wij
met deze pas ingevoerde methode moeten leren werken, dat wij de kin
derziekten moeten overwinnen --de heer Dees heeft daar nog op gewe
zen --en dat wij de methodiek moeten verbeteren. Ik geloof niet dat
er gedetailleerde verbeteringen moeten worden aangebracht, want dan
zouden dezelfde moeilijkheden ontstaan die nu voor de totale begroting
gelden, maar wól onderschrijf ik dat de inzichtelijkheid rond de keu
ze en de niet-gehonoreerde punten kan worden verbeterd. Ik zal zeker
een vorm proberen te vinden waardoor dat beter kan gebeuren dan nu
het geval is. Geen mens bestrijdt overigens dat de raad uiteindelijk de
beslissing moet nemen en de prioriteiten moet vaststellen. Ik meen dat
de wijze van begrotingsbehandeling die wij in Breda toepassen al een
verbetering is ten aanzien van de wijze waarop dat vroeger gebeurde,
maar ik wil bepaald niet stellen dat wij de eindfase al hebben bereikt.
Er is ook over de risicoreserve gesproken en ik neem aan dat hier
mee de risicoreserve bij de woningen werd bedoeld. Ik wil die opmer
kingen dan ook aan de heer Van Dun ter behandeling overlaten, want
functioneel gezien kan hij een betere beoordeling geven dan ik.
Met betrekking tot het onderwijs zijn vele vragen gesteld. Ik heb
er geen enkele moeite mee iets over de samenwerkingsschool of over
de stand van zaken met betrekking tot de werkgroep voor het kleuter
en basisonderwijs in de Haagse Beemden te zeggen, U weet dat de werk
groep voor het voortgezet onderwijs binnenkort van start zal gaan. Bij
de samenwerkingsschool onderscheiden wij twee elementen. Men moet