29 NOVEMBER 1974 1165 leerkrachten en de hoofden in het algemeen bijzonder goede contacten hebben, alhoewel er natuurlijk altijd wel eens spanningen voorkomen. De opmerkingen van de heer Brummelkamp zijn derhalve wat vreemd op mij overgekomen. Ik kan uiteraard onderschrijven dat de kwaliteit van het onderwijs bijzonder goed moet zijn en ik geloof ook niet dat wij daarover in het verleden misverstand hebben laten bestaan. Ik wil er op wijzen dat wij nogal wat dingen wél doen, want wij hebben vrij veel onderzoekingen gepleegd en wij hebben nogal wat nota's uitgegeven. Misschien is het jammer dat niet alles tegelijk aan u kan worden getoond, maar beleid is altijd in beweging, want beleid groeit en het is geen star gegeven dat voor nu en altijd in een nota kan worden vastgelegd, In het kader van het onderwijs hebben wij vele nota's gepubliceerd, die onmiddellijk na gereedkoming naar de onderwijsinstellingen zijn gezonden. Wij voeren daarover dan gesprekken om gezamenlijk te proberen dat in beweging zijnde onderwijs, dat zo buitengewoon moeilijk in een totaal beleids plan kan worden vastgelegd, zo goed mogelijk te begeleiden. Ten aanzien van de werkende jongeren wil ik twee opmerkingen maken. Ik meen te mogen stellen dat de gemeente in het verleden de grootste moeite heeft ondernomen om het streekcentrum voor werken de jongeren in Breda te krijgen. De inspanningen van de gemeente op dat vlak zijn in het verleden en ook nu nog bijzonder groot. De heer Hendriksen heeft gezegd dat de leerplichtwet niet goed ten uitvoer wordt gebracht, maar ik moet u zeggen dat ik dat niet ge loof, Er is een publicatie verschenen waarin wij niet gunstig uit de bus kwamen, maar ik heb mij daaraan nogal geërgerd. Ik heb dan ook de opdracht gegeven met de samensteller van dat rapport contact te zoe ken, Er is toen gebleken dat men niet meer wist hoe men aan de infor matie was gekomen en dat alle aantekeningen kwijt waren, terwijl men toch in het rapport had vermeld dat de situatie in Breda slecht is,Ik meen evenwel dat de situatie integendeel goed is, hoewel er wel moeilijkhe den zijn, omdat het schooljaar al gaande is voordat de gegevens verza meld zijn. De scholen kunnen ook niet in juli aangeven welke kinderen welke school bezoeken, hetgeen een reële moeilijkheid is. Over het al gemeen kan ik zeggen dat het bureau Leerplichtwet met de heerKraaije- veld bijzonder goed werk verricht. Een onderzoek in verband met de assistentie voor schoolhoofden bij het lager onderwijs acht ik niet zinvol, omdat de taakverlichting van de hoofden in de Kamer aan de orde is geweest en de voorzieningen in dat kader duidelijk door het Rijk zullen moeten worden getroffen. De opmerkingen over een coördinatiefunctionaris kan ik niet goed plaatsen, omdat ik daarvan de achtergronden niet ken, maar misschien kunnen wij daarover eens in de commissie Onderwijs spreken. De heer Hendriksen heeft nog gezegd dat het nut van het school- maatschappelijk werk dient te worden erkend, maar dit is in de gehe le opzet van de schooladvies- en begeleidingsdienst naar het voorbeeld van de interdepartementale studiecommissie opgenomen. Het is hierbij wel een probleem dat de financiële regelingen van het Rijk wat moei zaam worden uitgevoerd; dat is mijns inziens een punt dat meer aan de rijksoverheid dan aan ons kan worden geweten. Over de H, E,A„ O, -vestiging in Breda kan heel vèel worden ge zegd, Er zijn hieromtrent rapporten van de sociografische dienst beschik baar, wij hebben bij de regering een aanmelding voor de H, E, A,0, ge daan en wij hebben een beroepsprocedure met een pleitnota van het Cen traal Orgaan Gemeentelijk Voortgezet Onderwijs in gang gezet. Tot nu

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1165