116
14 FEBRUARI 1974
Mevrouw Van Nes heeft behoefte aan romantiek en doet een be
roep op de voorzitter in verband met de aanvullende trouwgelegenheid.
Naar mijn opvatting wordt zij in het voorstel op haar wenken bediend,
want dezelfde voorzitter stelt zijn kamer beschikbaar als tweede trouw
zaal in het gemeentehuis van Breda. Hiermee wordt naar ik meen vol
daan aan hetgeen mevrouw Van Nes zo graag wil. Op die manier is het
niet meer zo dat wij de bruidsparen als sinterklazen het gemeentehuis
"uitjoekelen".
Naar de mening van de heer Sandberg moet de muur in de Sint
Annastraat bewaard blijven. Hij heeft gezegd dat wij op het ogenblik
ten aanzien van de parkeergarage geen enkel besluit nemen en ik wil
hem troosten door erop te wijzen dat wij evenmin ten aanzien van de
muur in de Sint Annastraat vanavond een besluit nemen. Ik meen dat
wij kennis van zijn opmerking in dezen moeten nemen.
De heer SANDBERG; Wij zijn in ieder geval niet van plan met
de muur de sloot te dempen.'
Wethouder VAN DUN; Dat is verstandig.
Een opmerking van mevrouw Van Nes heeft op mij een enigszins
merkwaardige indruk gemaakt; zij heeft gezegd dat de ambtenaren per
bus of fiets naar hun werk moeten.
Mevrouw VAN NES-BRANDS; Künnen.'
Wethouder VAN DUN; Ik meen dat gemeenteraadsleden ook het
recht hebben met hun auto naar het stadhuis te gaan.
Dit brengt mij op de parkeergarage, die enigszins tot mijn spijt
op een bepaalde manier in het stuk terecht gekomen is. Ik hoop dat
men op gezag van de commissie -- waarvan de voorzitter, de vice-
voorzitter en enkele leden aanwezig zijn -- wil aannemen dat er spra
ke is geweest van de gedachtengang dat de concentratie van het amb
telijk apparaat in de Catharinastraat met zich mee zal kunnen brengen
dat ongeveer 400 ambtenaren in het stadhuis en omgeving dagelijks hun
werk doen, Deze ambtenaren komen gedeeltelijk met auto's en daar
voor moet een oplossing gevonden worden. Voor de hand lag een oplos
sing die plotseling aan de orde kwam toen de tekeningen van het stad
huis ter tafel kwamen: het bouwen van een parkeergarage onder het
Stadserf.
Deze parkeergarage is volstrekt geen "must" waaraan wij zonder
meer blijven vasthouden. Ik meen dat de raad toegezegd moet worden
dat wij, wanneer wij definitieve voorstellen aan de raad doen en deze
vragen kredieten te voteren, de alternatieve mogelijkheden van het
probleem zullen etaleren. Eén van deze alternatieven zou een parkeer
garage kunnen zijn en op het ogenblik dat dat nodig is, kan de raad
daar zijn oordeel over uitspreken. In ieder geval zal er een oplossing
tot stand moeten komen, want als men 400 langparkeerders in of nabij
de binnenstad van Breda kwijt wil, levert dat veel problemen op; ge
zien de plannen voor het gebied in de omgeving van het centrum van
Breda is een belasting van het parkeerareaal met langparkeerders in zo
groten getale problematisch. Laten wij vaststellen dat de parkeergarage
voor ons volstrekt geen "must" is, maar er bestaat wel degelijk een par
keerprobleem, niet alleen voor de mensen die in het stadhuis werken,
maar ook voor de bezoekers daarvan. Ik meen dat de commissie het zich
tot een plicht zou moeten rekenen bij de definitieve vaststelling van
plannen met vervangende mogelijkheden en oplossingen te komen.