1175 29 NOVEMBER 1974 De heer VISSER: Oorspronkelijk had ik het voornemen hier bij de stemming nog even op terug te komen, maar ik wil dat ook nu doen. De term "centrumfunctie" is een wetenschappelijke, sociaal-geogra fische term, die overal wordt gehanteerd, bijvoorbeeld in het Tijd schrift voor Economische en Sociale Geografie en het Tijdschrift van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap. Prof. Keuning is ermee begonnen aan de hand van allerlei sociaal-geografische ele menten een hiërarchie van steden op te stellen en een score toe te kennen waaruit bijvoorbeeld blijkt welke plaats Breda in de hiërarchie van de omgeving inneemt. Daarnaast is het in verband met de centrum functie van belang of een gemeente bijvoorbeeld groot of middelma tig groot is. Nu ik later heb gemerkt dat deze term in de raad "verpo litiekt" is, lijkt het mij voor de rust en de zuiverheid beter de formu lering van de P. v. d. A. over te nemen en "mede in het kader van haar belangrijke centrumfunctie in West-Nederland" te veranderen in "en in het omringende gebied". Het dictum -- de essentie van de zaak -- blijft immers precies hetzelfde. De VOORZITTER: Omdat u het voornemen hebt een wijziging aan te brengen en het mij op dit ogenblik niet duidelijk kan zijn wat nu de precieze tekst van de motie zal zijn, wilt u hier wellicht straks nog even op terugkomen, zoals overigens al in uw bedoeling lag. Ik hoop dat ik wanneer over de motie moet worden beslist de juiste tekst ter beschikking heb; dat was de enige bedoeling van mijn vraag. Wel ke wijziging wordt aangebracht wacht ik rustig af. De heer WELSCHEN: Ik meen dat de heer Visser akkoord gaat met de tekst die wij hebben voorgesteld. Als dit het geval is, dienen wij geen eigen motie in. De VOORZITTER: Dat is duidelijk, maar ik wil straks over een tekst beschikken die als motie in beoordeling kan worden genomen en ik kan die tekst op het ogenblik niet bepalen. De heer DEES: Als mede-ondertekenaar van de motie zou ik het op prijs stellen wanneer in de pauze nog even overleg zou kunnen wor den gepleegd. De VOORZITTER: Dat heb ik begrepen. Ik meen het uitstel tot aan de eindbeoordeling hiermee duidelijk te hebben aangekondigd. Men kan er straks overleg over plegen welke tekst men mij wil voor leggen. De heer WELSCHEN: Ik zit met één probleem. Wilt u de eventu eel in te dienen motie nu alvast De VOORZITTER:.Nee, dat hoeft nu niet. Ik ben straks ook nog zeer ontvankelijk voor moties! De behandeling van de 2e portefeuille wordt hierna afgesloten. DERDE PORTEFEUILLE, bestaande uit: sociale zaken, volksgezondheid, personeel en organisatie. De heer OOMEN: Deze portefeuille is in onze beleidskeuze zeer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1175