14 FEBRUARI 1974
117
Tot slot een zakelijke inlichting aan de heer Jansen: de gemeen
te heeft geen enkele garantieplicht terzake van het tekort van de FINA-
parkeergarage.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
De VOORZITTER: Wij zullen nu pauzeren. Ik schors de vergade
ring.
PAUZE.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering.
5. bijlage nr. 22
PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS MET BETREK
KING TOT HET BEBOUWEN VAN HET GEBIED "HAAGSE BEEM
DEN". (Is reeds in Uw bezit).
De heer SANDBERG: Dit preadvies heeft uiteraard onderwerp van
uitvoerige discussie uitgemaakt in de fractie van de V. V. D. en ik moet
vaststellen dat deze discussie een enigszins geforceerd karakter heeft ge
dragen, aangezien op zijn minst een aantal leden van mijn fractie de
aansluiting miste. Wat was er gebeurd? Tot het voorjaar van 1972 is er
gedacht en gesproken over en gewerkt aan de Haagse Beemden door de
commissies voor ruimtelijke ordening, voor financiën en voor openbare
werken, terwijl veel leden -- ook van andere commissies -- zich sterk
bij deze problematiek betrokken voelden. Op 12 juni 1972 heeft er nog
een vergadering plaatsgevonden, die niet openbaar was omdat wij toen
nog "raadsafdelingen" in plaats van commissies hadden. Aan het eind
van die vergadering is men uit elkaar gegaan na het maken van enkele
afspraken en nadat enige toezeggingen waren gedaan. Zo werd bijvoor
beeld afgesproken in augustus 1972 weer bij elkaar te komen. Van de
toezeggingen wil ik er graag drie noemen: in de eerste plaats heeft de
wethouder aan mijn fractiegenoot de heer Van Merkom destijds toege
zegd dat hij bij het college zou nagaan of een onderzoek dat de socio
grafische dienst had ingesteld naar motieven voor migratie, dat tot dus
verre geheim gehouden was, tot publikatie zou kunnen leiden; de wet
houder zou vaststellen of er bij het college overwegende bezwaren be
stonden tegen openbaarmaking van het naar aanleiding van het genoem
de onderzoek verschenen rapport.
In de tweede plaats werd een toezegging gedaan aan het adres
van de heer Van Loon; b. en w. zouden een inventarisatie maken van
de goedgekeurde bestemmingsplannen in de randgemeenten, waarbij ook
Oosterhout en Etten-Leur betrokken zouden worden.
Ikzelf kreeg de toezegging dat een tabel zou worden samengesteld
die een duidelijk inzicht zou geven in het verband tussen de groei van
de regio, de woningbezetting, de gezinsverdunning en de eventueel op
eigen gebied te bouwen woningen.
Voorts werden toezeggingen gedaan aan anderen, bijvoorbeeld op
financieel gebied, naar ik meen aan de heer Van Banning. Ook werden
toezeggingen gedaan over de projectaanpak. Dit alles laat ik evenwel
nu verder buiten beschouwing omdat het eigenlijk niet meer in het ka
der van het thans ter tafel liggende preadvies past.
Dit preadvies -- ik kan hierbij het beste nautische termen ge
bruiken -- gooit eigenlijk alles overboord; ik zou ook kunnen zeggen;