14 FEBRUARI 1974
119
blijkens de uitslagen van een NOS-onderzoek is het lang niet alle Ne
derlanders bekend dat de energiecrisis wel degelijk nog bestaat -- niet
bepaalde invloeden zullen uitoefenen in de vorm van een verkleining
van de door het woon-werkverkeer af te leggen afstand. Uiteraard kun
nen wij dit alles op het ogenblik nog niet overzien, maar bedacht moet
worden dat wellicht een teruggang te verwachten is in de aspiraties om
in de randstad Holland te werken en in het hartelijke en gastvrije Bra
bant te wonen. Vooralsnog verliest Breda inwoners terwijl de regio groeit.
Het spaarbankboekje van Breda is leeg: steeds meer lasten van
steeds meer inwoners van de regio gaan drukken op de schouders van
steeds minder Bredanaars, waarbij het logische gevolg een leeg spaar
bankboekje is. Desondanks moeten wij voortdurend nieuwe uitgaven doen,
waarvan wij het nut en zelfs de noodzaak erkennen, zodat ondanks het
lege boekje toch steeds geld voor allerlei doeleinden wordt uitgetrokken.
Het ligt in de lijn dat wij op deze wijze op een niet-sluitende begroting
uitkomen. De grootste concentratie mensen wordt armlastig en begint
onevenwichtig te worden in haar sociale bevolkingsstructuur. Deze groot
ste concentratie verliest recreatiegebied doordat het gebied in de omge
ving volgebouwd wordt, een verschijnsel dat b. en w. "diffuse verstede
lijking van het platteland" hebben genoemd. Mijn fractie is het ermee
eens dat deze aspecten langzamerhand een vorm beginnen aan te nemen
die nauwelijks meer acceptabel is. In Breda manifesteert zich een klem
mende vraag die eigenlijk de landelijke overheid het eerst regardeert.
Naar ik meen is men op het ogenblik alweer met de derde nota
ruimtelijke ordening bezig, maar ondanks alle nota's is er nog geen en
kel uitgangspunt voor de kant die wij opgaan. Er is een steeds verder
gaande suburbanisatie en een ongebreidelde groei van het gemotoriseerd
verkeer, zodat men zich kan afvragen wanneer Nederland nu eens zuini
ger gaat worden op zijn grond. In de tweede nota ruimtelijke ordening
wordt de ontwikkeling van het centrum bepleit en dit inzicht is vrij al
gemeen als juist erkend, hoewel er eveneens vrij algemeen niet naar ge
handeld is. De verstedelijking van het platteland heeft zich bijna onbe
lemmerd kunnen uitzaaien. Natuurlijk willen veel mensen in een wo
ning met een tuin in een kleine gemeente met een eigen sfeer wonen en
het is voorts duidelijk dat veel gemeentebesturen naar groei streven, aan
gezien een hoger inwoneraantal meer geld oplevert.
De randgemeenten in de omgeving van Breda kunnen groeien en
zullen blijven groeien bij de gratie van het voorzieningenpakket van Bre
da, de stad waaraan deze randgemeenten inwoners onttrekken. Op lan
ge termijn gezien is dit een verkeerde ontwikkeling: het verkleinen van
de bevolkingsconcentratie brengt een verkleining van het draagvlak met
zich mee en dit is het begin van de weg naar beneden. Een praktisch
voorbeeld: buiten wonen staat of valt met een goed verkeers- en vervoers
systeem; wegen en openbaar vervoer van voldoende capaciteit zijn al
leen denkbaar bij een zekere concentratie van de bevolking.
Bij dit algemene aspect heb ik nogal uitvoerig stilgestaan, het
geen noodzakelijk was omdat wij nu voor de vraag komen te staan of Bre
da één of meer omvangrijke bouwplannen moet kunnen gaan verwezen
lijken, Op grond van de hieraan voorafgegane beschouwingen over de
algemene aspecten beantwoordt mijn fractie deze vraag bevestigend. De
V.V. D. erkent de ruimtenood van Breda, waar uiteraard niet uit volgt
dat wij meteen gaan denken aan een satellietstad van 50. 000 of meer
inwoners. Wij moeten niets hebben van betogen die er uiteindelijk op
neerkomen dat Breda door middel van allerlei kunstmatige methoden
opgekrikt moet worden tot de hoofdstad van West-Brabant. Wel willen
wij evenwel constateren dat Breda groei nodig heeft om zijn bewoners
tegemoet te komen in hun oprechte en terechte wensen: onze gemeen-