1201 29 NOVEMBER 1974 kleinere schaal soortgelijke problemen als zich in de binnenstad heb ben voorgedaan: ontvolking, verlies van woonfunctie etc. Is het colle ge bereid problematiek van Ginneken fundamenteler aan te pakken dan alleen door toepassing van artikel 18 van de drank- en horecawet? In dit verband wil ik graag enkele opmerkingen maken over de motie van C. D. A. en V. V. D. Wij zijn zeer verheugd dat C. D. A. en V. V. D. thans akkoord gaan met ons voorstel van enige tijd geleden om het col lege te vragen in dezen een preadvies uit te brengen. Het enige dat wij ons afvragen is waarom deze beide fracties ons voorstel destijds niet hebben goedgekeurd, terwijl zij dit nu ineens wel doen. De heer DEES: Ik wijs erop dat op dat ogenblik van onze kant al enige tijd geleden schriftelijke vragen waren gesteld. De heer BECKERS: Dat is bekend. De heer DEES: Dan moet u dat niet, zoals u wel vaker doet, wil len monopoliseren. De heer BECKERS: Ik meen dat wij ons er goed van bewust zijn dat de V. V. D. -fractie vragen heeft gesteld. Naar aanleiding van de antwoorden op die vragen en de correspondentie van de studiegroep- - Ginneken hebben wij destijds om een fundamentelere benadering ge vraagd waarbij zou moeten worden onderzocht welke mogelijkheden voor een bestemmingsplan er zijn; dat staat in punt c. van de motie. Omdat de andere fracties wisten dat wij voor dit laatste geporteerd zijn, verbaast het ons dat wij niet in het vooroverleg over de ingedien de motie zijn betrokken, te meer daar de drie groeperingen onlangs op een bespreking met de studiegroep-Ginneken vertegenwoordigd zijn geweest. Met punt b. van de motie gaan wij akkoord, hoewel wij ons af vragen of het ver genoeg gaat en of de stuurgroep-Ginneken niet bij meer moet worden betrokken dan alleen bij het bepalen van de gren zen van het gebied. Ook daar hebben wij al eerder voor gepleit. In het algemeen gaan wij overigens gTaag met deze motie akkoord. Volgens mededelingen van de wethouder zijn er in de Hoge Vucht enige problemen. Hij heeft over een scheiding der geesten gesproken. In de Hoge Vucht is het al enkele maanden stil, de gemoederen zijn enigszins bedaard door het vooruitzicht van een projectteam, dat ech ter niet op korte termijn tot stand schijnt te komen. Graag zou ik wat meer exacte informatie ontvangen over het conflict tussen vertegen woordigers van de bevolking en de ambtenaren. Hebben de ambtena ren voortdurend onder volledige verantwoordelijkheid van het college gesproken en gehandeld? Voorts vraag ik mij af hoe de raadsleden van C. D. A. en V. V. D. zich in dit conflict opstellen. Wat gebeurt er in afwachting van de vorming van het projectteam met allerlei plannen voor de Hoge Vucht? Wanneer zal het projectteam er zijn? Ten aanzien van de Haagse Beemden heeft de wethouder enkele interessante mededelingen gedaan. Zo heeft hij bijvoorbeeld een ge tal van 40.000 inwoners genoemd.Ms dit een theoretisch, fictief getal of staat het inmiddels vast? Wellicht ten overvloede wijs ik er nog op dat voor de progressieve fracties de.bebouwing van dit gebied nog niet vaststaat. Pas nadat alle informatie is verstrekt zullen wij ons een de finitief oordeel kunnen vormen. Graag zouden wij van de wethouder vernemen hoe het gesteld is met het woningmarktonderzoek en of de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1201