120 14 FEBRUARI 1974 te moet zorg dragen voor onderdak, werkgelegenheid en een goed so ciaal en cultureel klimaat. Slechts door een evenwichtige groei kan Bre da zijn fantasieloze nieuwbouw doorbreken, kan het onderdak bieden zodat meer werkgelegenheid kan worden aangetrokken en krijgt het meer financiële armslag zodat renovatie en vernieuwbouw kunnen wor den aangepakt en een cultureel en welzijnsgevoelen gefinancierd kan worden. Naar al deze mogelijkheden streven wij krachtig, zodat wij op het standpunt staan dat Breda tot een evenwichtige groei moet kun nen komen. Wanneer men heeft geconcludeerd dat Breda met acute ruimte nood kampt en dat er meer ruimte nodig is, doet zich onmiddellijk de vraag voor waar deze ruimte gevonden moet worden. De aandacht dient er in dit verband op gevestigd te worden dat de moeilijkheden slechts kunnen worden opgelost met omvangrijke bouwplannen, In het pread vies gaat het college uit van drie alternatieven en ik meen dat dit juist is omdat er op het ogenblik geen andere alternatieven zijn; het eerste alternatief is de binnenstad, het tweede de zuidoostelijke richting en het derde de Haagse Beemden. Allereerst wil ik iets zeggen over de binnenstad. Hoewel straks wellicht in de binnenstad 10, 000 S 16. 000 inwoners extra onderdak ge boden kan worden -- daarmee zijn wij het eens --, kan in de binnenstad ook naar ons inzicht volstrekt geen sprake zijn van omvangrijke bouw terreinen. Telkens wanneer de binnenstad opdaagt, komen ook de mili taire terreinen aan de orde, waarover, zoals in onze fractie is opgemerkt, veel "fictief gebabbel" wordt bedreven. In ieder geval wil ik beklem tonen dat de V.V. D. -fractie de militaire terreinen op dit ogenblik be slist niet bij voorbaat reeds tot woongebied wil bestemmen. Als wij dat wel zouden doen, zou ik mij gaan afvragen waarom wij nog steeds over de functie van de binnenstad spreken, want als wij bij voorbaat al beslissingen vastleggen over alle belangrijke punten, kunnen wij de pro cedure om te komen tot inspraak en gezamenlijke aanpak van de bin nenstad wel vergeten. Daarnaast zijn aan de militaire terreinen nog andere aspecten ver bonden. Ik wijs op de functie van de "groene longen" en ik zou graag eens willen zien wat dit voor effect heeft op een volgebouwde binnen stad. Aan de andere kant meen ik dat wij begrip moeten hebben voor degenen die betogen dat de militaire terreinen en accommodaties een zekere historische waarde in de binnenstad van Breda hebben. Hieraan hoeft men niet zwaar te tillen, maar dit aspect mag mijns inziens ge rust in de besluitvorming worden betrokken. Een andere kwestie is dat de aanwezigheid van militairen in de binnenstad een economische bete kenis heeft en tot slot wijs ik erop dat de militaire terreinen waarschijn lijk pas op langere termijn beschikbaar komen. Ik meen dan ook dat wij ten aanzien van de gehele binnenstad -- inclusief de militaire terreinen -- moeten concluderen dat zij geen al ternatief biedt. Desondanks heb ik uitvoerig over de binnenstad gespro ken omdat ik in dit verband een zeer indringende vraag zou willen stel len. Is het college bereid de binnenstad -- in het bijzonder haar woon functie maar ook de binnenstad in het algemeen -- los te zien van an dere plannen en hier hoge prioriteit aan te geven? Ter verduidelijking het volgende: wanneer b, en w, menen dat bij eventuele aanvaarding van het aan de orde zijnde preadvies alle aandacht geconcentreerd zal worden op de Haagse Beemden zodat wellicht geen capaciteit meer be schikbaar zal zijn om met voortvarendheid aan de ontwikkeling van de binnenstad te werken, kan ik bij voorbaat al zeggen dat onze fractie onoverkomelijke moeilijkheden met dit preadvies zal hebben. Daarom

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 120