1213 29 NOVEMBER 1974 heeft terecht gepleit voor de eigen identiteit van de werker die zich in het verband van de B. S„ W. B. thuis moet voelen en hij heeft be toogd dat het daarom belangrijk is aandacht aan de situatie van de B. S. W. B. te schenken. Ik hoop overigens dat hij er geen bezwaar te gen heeft dat ik dat zelfde recht voor de werker bij ae dienst beplan tingen claim. Mijns inziens moet het probleem in die context worden benaderd en moeten wij verheugd zijn dat volgens de laatste berich ten een oplossing is bereikt. Mijn tweede opmerking moge ook gedeeltelijk als een reactie op het betoog van de heer Oomen dienen, aangezien ik van mening ben dat zijn informatie wat onzorgvuldig is. Toen deze wethouder de ge legenheid kreeg iets voor de televisie te zeggen, heeft hij niet alleen gesproken over het enorme probleem van de woningtoewijzing bij de komst van rijksgenoten, maar ook over de werkgelegenheid en de maatschappelijke begeleiding. Ik hoop dat ik dit ter aanvulling mag mededelen. Mijn derde opmerking is aan het adres van de heer Brummelkamp gericht. Op de risicoreserve en de versnelde uitvoering kom ik bij de beantwoording van andere vragen terug. Thans wil ik de sprekers in volgorde van optreden beantwoorden. De heer Beckers heeft gezegd dat in Breda de ruimtelijke ordening en de stadsontwikkeling een kwetsbare schakel vormen; er zouden vele woorden worden gesproken maar weinig daden worden verricht. Ik ver zet mij sterk tegen deze opmerking: er wordt terecht veel over de pro blematiek van ruimtelijke ordening en stadsontwikkeling gesproken, er wordt ook zeer hard gewerkt. In dit verband hoef ik ae raad niet lastig te vallen met de enorme problemen van de binnenstad en de Haagse Beemden waarover wij genoeg hebben gesproken en ook vana vond nog zullen spreken. Ik wil er echter op wijzen dat er drie bestem mingsplannen voor Princenhage gereed gekomen zijn, dat wij jaren lang op weg zijn geweest naar een bestemmingsplan voor het buitenge bied, dat er een enorme hoeveelheid bestemmingsplannen moest wor den herzien en dat wij trachten de stadsuitleg van Breda in het kader van Breda's functie dienstbaar te maken aan het welzijn van de bewo ners. Dit laatste is ons uitgangspunt en de verwezenlijking daarvan kost veel tijd en helaas ook veel woorden. Er is geen sprake van een kwetsbare schakel doch slechts van een moeilijk probleem. Voorts heeft de heer Beckers over de binnenstad gesproken. De mi litaire terreinen zijn naar zijn mening in verband met de verdere ont wikkeling van de binnenstad van levensbelang, waarmee ik het volko men eens ben, hoewel erop moet worden gewezen dat de op zichzelf wenselijke verwerving van deze terreinen in omvang, tempo en metho de afhankelijk is van de vraag waarvoor wij de terreinen willen verwer ven. Ik noem in dit verband twee geluiden uit deze raad. De heer Ten Wolde heeft zeer terecht over de kantoorfunctie in de binnenstad gesproken, terwijl mevrouw Paulussen en de heer Beckers de sociale woningbouw in de binnenstad aan de orde hebben gesteld; ik meen dat wij het er aan de hand van het onderzoek in de binnenstad over eens zullen moeten zijn voor welk doel wij de militaire terreinen willen verwerven. Over de motie van de heer Beckers heb ik nog geen overleg met het college kunnen plegen, maar ik meen er voorshands op te mogen wijzen dat het gevraagde er reeds is. Gisteren heeft men uit mijn woor den kunnen afleiden dat er regelmatig contacten met het ministerie van defensie zijn en dat wij over de ontwikkelingen die zich daar voor-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1213