29 NOVEMBER 1974
1220
ten. Ik moet echter bekennen dat de vier partners ook daarover nog
geen consensus hebben.
Uit een fragmentarisch onderzoek heeft mevrouw Paulussen enke
le conclusies getrokken, die naar mijn mening eveneens als fragmen
tarisch mogen worden gekwalificeerd. Zij heeft gevraagd of erbij de
toewijzing een beroepsmogelijkheid is. Er is op het ogenblik een be
roepsmogelijkheid in de richting van de begeleidingscommissie van
het centraal registratiebureau, die bestaat uit de vier participanten
plus deze wethouder, waarvan om de beurt één van de leden voorzitter
is. De commissie is in bepaalde gevallen tevens beroepscommissie,
vooral bij het weigeren van een toegewezen woning.
Terecht heeft mevrouw Paulussen het probleem van het spreidings-
beleid ten aanzien van buitenlandse werknemers aangesneden. Aan ae
hand van enige notities van de heer Koertshuis, voorzitter van Lauren-
tius, die een congres heeft bijgewoond en enkele notities van het hoofd
van ons eigen woningbedrijf proberen wij dit onderwerp door te worste
len. Daarbij moeten wij ons de vraag stellen of wij tot spreiding moe
ten overgaan of dat wij de betrokkenen meer bij elkaar moeten laten
wonen, opdat zij zich wat meer thuis voelen. Ik moet bekennen dat ik
persoonlijk nog niet tot een conclusie ben gekomen.
Op voorstel van de heren Van Duijl en Ten Wolde laat ik de op
merkingen over het huurreglement buiten beschouwing, aangezien de
raad daar straks aan de hand van een toegezegd preadvies over zal kun
nen spreken. Wel dient aandacht te worden geschonken aan de versnel
ling van de renovatie en het groot onderhoud, in verband waarmee me
vrouw Paulussen heeft gezegd dat er in de risicoreserves financiële
ruimte aanwezig is. Mijns inziens zou dit in theorie gedeeltelijk juist
kunnen zijn, maar in de praktijk is het niet juist. Toen wij enkele ja
ren geleden het plan aan de raad presenteerden, hebben wij daarbij de
te verwachten kosten in relatie tot de risicoreserves vermeld. Wij heb
ben toen zelfs de risicoreserves "gepoold". Onze voorlopige optiek is
dat wij met de risicoreserves alleen al de kosten niet meer op prijsba-
sis van nu zullen kunnen dekken. Dit betekent dat er andere dekkings
mogelijkheden op tafel zullen moeten komen om het proces te kunnen
voltooien. Wanneer wij tot een versnelling overgaan, zal het probleem
zich naar mijn verwachting budgettair eerder aandienen dan wanneer
wij volgens schema te werk gaan. Bovendien hebben wij behalve met
budgettaire- en dekkingscapaciteit ook te maken met het probleem van
de capaciteit van de dienst openbare werken en het woningbedrijf. De
huidige activiteiten op het gebied van renovaties en onderhoudsbeur
ten doen een zó grote aanslag op degenen die bij het woningbedrijf en
andere afdelingen van de dienst openbare werken werkzaam zijn, dat
ik van mening ben dat wij de limiet hebben bereikt.
Ik blijf met mevrouw Paulussen van mening verschillen over het
bedrag van 110.000,--, waarvan/. 10.000,-- vaststaat. Er zijn
toezeggingen aan de bewoners gedaan en de leden van de commissie
voor openbare werken weten dat er in 1974 ongedekte uitgaven zijn ge
daan ten behoeve van kosten van bewoners van renovatiewoningen die
niet door het rijk worden vergoed. Met het oog daarop ben ik van me
ning dat wij in 1975 een bedrag van 100.000,-- aanwijsbaar voor
dat doel beschikbaar moeten houden. Ik verzet mij tegen de opmerking
van mevrouw Paulussen dat er misstanden in de onderhoudssituatie van
de gemeente zouden zijn. Mijns inziens moet men met dergelijke uit
drukkingen voorzichtig zijn. Wanneer er 8.000 d 9. 000 woningen in
het geding zijn, ben ik de eerste om toe te geven dat er altijd fouten