29 NOVEMBER 1974 1226 verwezenlijken valt. De wethouder heeft mij niet geheel duidelijk kunnen maken waar om hij met betrekking tot de centrale verwarming in woningwetwonin gen een afwijzend standpunt inneemt. Wellicht heeft het zin eens een kostenbegroting op te stellen. Het niveau van de prijzen van de aan biedingen voor centrale verwarming is op het ogenblik zeer aanvaard baar zodat de aanleg van centrale verwarming geen ernstige aanslag op de huren hoeft in te houden. De heer Oomen heeft een opmerking gemaakt over het vervuilings probleem dat door mij was aangesneden. Met incidentele acties lost men natuurlijk wel iets op, maar nu juist niet het probleem dat men op het oog heeft. Naar mijn opvatting hebben wijkcomité's en wijk raden in dezen een duidelijke taak: zij moeten de bewoners beihvloe- den en laten merken dat de vervuiling die deze zelf teweeg brengen achterwege moet blijven. Dit zou een goede bijdrage aan het leefmi lieu kunnen inhouden. De heer LAMBREGTS: Gisteren heb ik reeds begrepen dat omtrent de bebouwing van de Houtmarkt geen nadere mededelingen kunnen worden gedaan. Ik vraag mij echter af of de wethouder iets meer zou kunnen zeggen over het door mij bedoelde onderzoek. Ik denk daarbij aan het ter plaatse aanwezige verkeerspatroon. Nagegaan zou moeten worden in hoeverre er sprake is van doorgaand verkeer en in hoeverre de verkeersdeelnemers direct in de stad moeten zijn. Bovendien dient men te onderzoeken hoe de voetganger het ervaart dat hij moet wach ten voordat hij kan oversteken. In het kader van het faseplan van de B. B. A. heb ik niet over fase 4 maar over fase 2 gesproken en daarmee worden twee dienstbussen "uitgespaard". Op het ogenblik rijden er twintig dienstbussen, een aantal dat voor de uitvoering van fase 2 slechts met één dienstbus hoeft te worden uitgebreid Hoewel ik weet dat hiermee nog steeds een uitgave van 100.000,-- gemoeid is, meen ik dat daar vele voordelen tegenover staan. Mevrouw PAULUSSEN: In het verleden hebben wij meermalen ge zegd dat de problematiek van de bestaande wijken in de verdrukking komt in verband met de tijd en de energie die wij aan de Haagse Beem den moeten besteden. Uit het antwoord van de wethouder is dan ook duidelijk geworden dat hij op geen enkele wijze een woonnota kan toezeggen, In de commissie voor openbare werken en in de raad zullen wij in de komende tijd op de verschillende onderdelen terugkomen. De heer BECKERS: Mijnheer de voorzitter. Ik wil u danken voor de clementie die u betracht en waarvan ik dankbaar gebruik wil maken. Bij de volgende portefeuille zal ik er naar ik vrees misbruik van moe ten maken. Ik denk dat deze clementie op drie overwegingen is geba seerd. In de eerste plaats antwoorden de wethouders terecht zeer uit voerig, In de tweede plaats heeft mijn groepering een alternatieve be groting te verdedigen. In de derde plaats hebben wij niet in de com missies over de begroting kunnen spreken, zodat wij nu extra tijd no dig hebben. Bij gebrek aan informatie van de zijde van de wethouder zou ik de heer Van Asseldonk willen vragen ons als vertegenwoordiger van de raad over de conflictsituatie in het voorbereidingsteam-Hoge Vucht in te lichten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1226