1227 29 NOVEMBER 1974 Voorts wil ik mijn motie \erdedigen. Aan het tweede deel van de motie -- de informatie aan de raad -- is niet voldaan, terwijl ik meen dat eigenlijk evenmin aan het eerste deel is voldaan. Ik heb de indruk dat het contact op een zeer laag pitje staat, terwijl het juist de bedoe ling van de motie is het contact te intensiveren en te versnellen, in de hoop dat er in februari meer zinnige dingen over deze materie te zeg gen zijn. Ik hecht nog steeds sterk aan deze motie. De heer VAN ASSELDONK Gezien het tijdgebrek en de openbaar heid van de vergaderingen van de voorbereidingscommissie meen ik dat de heer Beckers en ik samen wel eens rustig over de door hem ge stelde vraag kunnen spreken maar dat wij de raad daar nu niet mee moeten ophouden. De heer VEELENTURF: Ik zou een korte opmerking over de super store willen maken. De wethouder heeft over een relatie tussen de su pers: ore en de binnenstad gesproken, maar ik meen dat de superstore een verdergaande relatie heeft, onder meer met wijken. Wanneer wij de invloed die een superstore op Breda zal uitoefenen willen kennen, zal er naar ik meen een onderzoek moeten worden ingesteld. Ik zou de wethouder willen verzoeken de mening van de raad niet te vragen voordat een dergelijk onderzoek heeft plaatsgevonden. Wethouder VAN DUN: Het afwijzend standpunt ten opzichte van centrale verwarming is genuanceerd. Wij leggen in renovatiewijken verwarming aan en wij blijven steeds bezig met het afwegen van het behoud van goedkope woningen tegen een groter woongenot. Het onderzoek waar de heer I.ambregts over heeft gesproken is tweeledig. In de eerste plaats wordt de verkeersstroom en in de tweede plaats de belevingswaarde van het geheel onderzocht. Beide aspecten zijn gedeeltelijk in het eerste gedeelte van het binnenstadsrapport ver werkt en worden ook nu weer in de beschouwingen betrokken. Enkele aspecten die de heer Lambregts aan de orde heeft gesteld zullen in de commissies voor ruimtelijke ordening en voor openbare werken nader worden toegelicht. Op die manier wordt de nieuwe commissie op de hoogte gesteld van hetgeen de commissie in haar vroegere samenstel ling al wist, zodat een en ander enigszins wordt gevisualiseerd. De heer Lambregts heeft er voorts op gewezen dat fase 4 drie bus sen en fase 2 100, 000, -- kost; ik heb slechts gezegd dat ik er een voorstander van ben dat de fasen worden uitgevoerd, maar dat ik er niet in slaag voor 1975 meer dan 100. 000, -- in het budget te vin den. Aangezien mevrouw Paulussen iets heeft aangekondigd, hoef ik op haar woorden niet te reageren. De opmerking van de heer Veelenturf zal in de beschouwingen worden betrokken. Tot slot iets over de mo tie van de heer Beckers. De contacten met het ministerie van defensie staan niet op een laag pitje, terwijl ik er geen enkele moeite mee heb de raad over het verloop van de onderhandelingen in te lichten, mits ik het recht krijg de informatie aan de raad door te geven, In dit ka der acht het college de motie van de heer Beckers overbodig. De behandeling van de 4e portefeuille wordt hierna afgesloten. VIJFDE PORTEFEUILLE, bestaande uit: economische zaken, jeugd, sport en recreatie!

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1227