122 14 FEBRUARI 1974 Beemden, Hiermee zal naar wij hopen een einde komen aan een sinds 1956 slepende kwestie. Het lijkt mij nuttig de raad mee terug te ne men naar de vergadering te Teteringen waar Breda en de randgemeen ten vertegenwoordigd waren, Veelvuldige informele contacten tussen enkele raadsleden van Breda en de randgemeenten hadden de weg be reid tot deze iets meer officiële grote vergadering. Hoewel deze con tacten ons niet steeds in dank zijn afgenomen door dit college, waren zij aanleiding tot het herstel van de goede betrekkingen tussen Breda en de randgemeenten, betrekkingen die weer waren gebaseerd op we derzijds vertrouwen en die n?' onze stellige overtuiging de weg heb ben geëffend voor de voortreffelijke samenwerking in de regio en het constructieve overleg dat thans tussen de colleges van de andere gemeen ten en ons college plaatsvindt. Het is dan 22 maart 1971. Acht raadsleden van Breda, onder wie de fractievoorzitters, zijn daar aanwezig. Aan de orde is het herinde lingsplan van Breda-Noord. Breda wordt aan de kaak gesteld als lariddief en als een gemeente die bewust de opstelling van een intergemeentelijk structuurplan heeft tegengehouden met de bedoeling een annexatie te forceren. Van deze vergadering en vele volgende werden nauwkeurige ver slagen gemaakt. Ik citeer uit het verslag van de vergadering van 22 maart 1971, blz. 2: "De heer Crul zegt blij te zijn met het door Prin senbeek geboden alternatief. Naar zijn mening moet thans de procedu re worden ingezet om het gebied "Haagse Beemden" zo snel mogelijk ie doen overgaan naar Breda". Hij heeft dit standpunt later in de raads vergadering van 25 maart 1971 -- blz, 518 van het verslag -- nogmaals bevestigd. Op blz. 3 van het verslag van de eerdergenoemde vergade ring van 22 maart 1971 staat; "De heer Van Os acht de argumentatie van de heer Ceene erg zwak". Ik zal de raad die argumenten besparen." De heer Van Os merkt voorts op; "Er kan voorlopig nog tientallen jaren gebouwd worden in de Haagse Beemden", Een citaat uit hetzelfde ver slag, een bladzijde verder; "De heer Van Loon; Wij Bredanaars zijn geen landdieven. Er moet echter wel iets worden gedaan aan de ontstellende woningnood in Breda. Onze inwoners moeten eens aan een woning gehol pen kunnen worden. Wij hebben al voor miljoenen in dat gebied geïn vesteerd". In deze vergadering zijn concrete afspraken gemaakt over de mo gelijkheden tot overdracht van het onderhavige gebied. Na de gedenk waardige beslissing van de Bredase raad op 25 maart 1971 kreeg het col lege in feite rood licht voor annexatie en groen licht voor de ontwikke ling van de Haagse Beemden door middel van vrijwillige gebiedsover dracht, Het standpunt van college en raad is nog eens duidelijk gefor muleerd op blz. 551 van de notulen van 25 maart 1971. De standpunten waren genuanceerd, doch over de Haagse Beemden was nauwelijks ver schil van mening. Alles leek nu voortreffelijk geregeld en de sherry kon al worden besteld om te schenken bij het slaan van de eerste paal. De wethouder van openbare werken was zó enthousiast dat naar zijn mening de raadsafdelingen, die voortdurend hadden gevraagd mee te mogen den ken en vroeg betrokken wilden worden bij allerlei ontwikkelingen, maar ineteen aan de tafel moesten gaan zitten en met enkele deskundigen het plan-Haagse Beemden even moesten opstellen. De kater kwam vóór de sherry: er werden zó veel mogelijke en on mogelijke bezwaren geopperd dat de inspraak muurvast liep. De Haag se Beemden gingen weer de ijskast in. Dan komen de groeibrieven. Door de aarzeling van Breda ontstaat een grote druk op de randgemeenten. De groei is niet meer in overeen stemming met het streekplan, de randgemeenten maken zich zorgen over

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 122