29 NOVEMBER 1974
1230
van aanvragen om vestiging in Breda zal gehoor kunnen worden gegeven.
Het is bekend dat b. en w. zeer veel werk verzetten om tot daden
te kunnen overgaan. In zijn beantwoording van de algemene beschou
wingen in eerste instantie heeft wethouder Van Dun uitvoerig de pro
blematiek van de ontwikkeling van de Haagse Beemden uiteengezet.
Onze fractie betreurt het -- en niet alleen met het oog op de werkge
legenheid -- dat deze ontwikkeling zo traag verloopt. Het werkloos
heidspercentage bedragt volgens de laatste gegevens 5» 3 tegen
een landelijk percentage van 3, 7; het percentage in Breda is meer dan
alarmerend. Breda moet er alles aan doen om het getij te doen keren.
Uiteraard mag men bij het aantrekken van bedrijven selectief te werk
gaan en mag men bepaalde eisen stellen, doch daarnaast moet de over
heid aan de bedrijven die zich eventueel willen vestigen alle mogelijke
faciliteiten verlenen. In dit verband is het mijns inziens onbestaanbaar
dat men, als men werkelijk bezorgd is om de werkgelegenheid in on
ze stad, over een gemeentelijk sociaal statuut durft te spreken. Sprak
de heer Mistelli, voorzitter van "Bredaas industrieel contact" zich tij
dens de onlangs gehouden industriedag niet onomwonden tegen een der
gelijk statuut uit? Ik citeer uit zijn rede: "Daarom is er totaal geen be
hoefte aan een door sommigen verlangd gemeentelijk sociaal statuut.
Dit kan het ondernemings- en vestigingsklimaat in een gemeente alleen
maar frustreren.
Wij kunnen constateren dat zich de afgelopen jaren 600 bedrijven
in België hebben gevestigd, in verband waarmee ik verwijs naar een
interview met ons mede-raadslid de heer Dees in een landelijk blad en
naar de debatten over de werkgelegenheid die op het ogenblik in de
Tweede Kamer worden gehouden. Alleen in 1973 werd voor 98 mil
joen door Nederlandse bedrijven in België geïnvesteerd, terwijl in de
onderzochte periode de gevestigde bedrijven goed waren voor 2,113
arbeidsplaatsen. In dit verband geloof ik dat wij door een verscherping
van de condities waaronder bedrijven zich in Breda kunnen vestigen de
ze uittocht alleen maar stimuleren en aan een oplossing ter verlichting
van het werkloosheidsprobleem voorbijgaan.
Niet alleen de uitbreiding van de werkgelegenheid verdient onze
voortdurende aandacht. Ook de reeds in Breda gevestigde bedrijven
kampen met problemen, deels van ruimtelijke, doch ook van structu
rele en conjuncturele aard. Onlangs heeft de minister ter bestrijding van
conjuncturele problemen in West-Brabant 42 miljoen beschikbaar
gesteld. Wordt reeds overleg met de rijksoverheid gepleegd, opdat ook
Breda en het aldaar gevestigde bedrijfsleven van deze stimulans kan
profiteren?
In mijn gehele betoog komt duidelijk tot uitdrukking dat het func
tioneren van het bedrijfsleven bepalend is voor de werkgelegenheid en
de werkloosheid. Ik geef toe dat de huidige werkloosheid niet alleen
van conjuncturele maar juist ook van structurele aard is: het centraal
planbureau spreekt van ongeveer 120.000 werklozen tengevolge van
de structurele problematieK. Het is één van de taken van het bedrijfs
leven de ontwikkelingen nauwlettend te volgen, de bedrijven wanneer
dit nodig is aan te passen en de vinger aan ae pols te houden. Dat er
desondanks toch nog problemen ontstaan, is juist één van de grootste
vraagstukken van deze tijd. Er zal ontstellend veel aan voorlichting
moeten worden gedaan, niet alleen voor het bedrijfsleven maar ook
voor de Bredase burger.
Er wordt wel eens gepleit voor de instelling van een Bredase raad
voor de werkgelegenheid. Mag ik de voorstanders daarvan verwijzen