123'! 29 NOVEMBER 1974 De VOORZITTER; Ik heropen de vergadering. De heer BECKERS; De wethouder heeft gisteravond duidelijke taal gesproken, zodat over zijn visie geen misverstand bestaat. Dit bleek toen hij zei dat ons optreden in de raad wat hol is, maar teleurstellen der was -- daarom was zijn taal voor ons geen poëzie maar ontnuchte rend proza -- dat hij opmerkte dat zijn portefeuille Economische Zaken het belangrijkste welzijnselement bevat, In verband met de ujd moet ik mijn betoog, dat ik voor de spiegel heb geoefend en dat vijftien mi nuten duurde, tot enkele hoofdpunten beperken. Allereerst iets over onze visie op het vrijetijdsbeleid. Wij zijnvan mening dat men dit beleid niet op een dusdanige wijze moet inrichten, dat men de werkelijke problemen van de woon- of werksituatie als het ware verhult. Er moet geen politiek van brood en spelen worden gevoerd. Naar onze mening moet men ook met het welzijnsbeleid proberen funda menteel iets aan de woon- en werksituatie te doen. Ik ben toevallig in het bezit van een nota Recreatie van de heren De Geus, Klep en Kna pen, Hierin kan men enkele voortreffelijke aanzetten voor een nieuw en echt vrijetijdsbeleid voor de gemeente Bréda vinden. Ik zou willen vragen wat er met deze nota van ongeveer twee jaar geleden is gebeurd en waarom zij niet verder is gekomen dan college of ambtelijk appa raat, Voorts zou ik graag vernemen hoe de wethouder verklaart dat het budget voor de dienst van jeugd en sport is gedaald van 9, 39% naar 7,73% van het totaal. Over "Het Ei", een zeer belangrijk onderwerp, kan ik niet kort zijn, In het licht van onze prioriteiten zijn wij nog steeds van mening dat de sluiting van "Het Ei" indertijd een onaanvaardbare daad is ge weest, Het desbetreffende raadsbesluit is erg hard aangekomen bij de bewoners van de oude wijken, die toch al weinig meer V-apude gemeente te verwachten hebben, die onvoldoende geld hebben en onvoldoende mo biel zijn om elders hun recreatiegenot te zoeken. Dit geldt temeer om dat de meerderheid van de bezoekers aan "Het Ei" jonger dan twaalf jaar was. Er kleven gebreken aan "Het Ei" die moeten worden verbeterd,maar ik herhaal mijn motto van verleden week; beter een half "Ei" dan een lege dop. Temeer nu uit perspublikaties van deze week blijkt dat het nieuwe "Ei" op zijn vroegst in 1978 en waarschijnlijk pas in 1979 of 1980 gereed zal zijn, zijn wij van mening dat "Het Ei" open moet blijven tot aan het ogenblik van reconstructie. Daartoe is 125, 000, -- op onze alternatieve begroting opgevoerd. Wij zouden de wethouder willen vra gen in de lijn van de sportnota-Van Doorn -- die zoals is toegezegd voor Breda zal worden aangepast -- een belangrijke plaats voor de recreatie sport in te ruimen. Op dit ogenblik is er voor de recreatiesport in Bre da geen geld en zijn er evenmin plannen voor. Met betrekking tot de peuterspeelzalen zou ik aan het betoogvan de heer Hendriksen willen toevoegen dat het argument dat de wethouder misschien gaat gebruiken, namelijk dat er een rijksregeling op komst is, voor ons niet geldt. Ik heb nagegaan hoe de situatie is en mij is ge bleken dat indien een rijkssubsidieregeling voor de peuterspeelzalen tot stand komt, de subsidie lang niet voldoende zal zijn om het tekort van 260, 000, -- van de achttien peuterspeelzalen te compenseren. Met et oog daarop hebben wij op onze alternatieve begroting/, 9, 000, -- opgevoerd. In dit verband vragen wij speciale aandacht voor de kinderen van buitenlandse werknemers. Als de vrouwen in deze gezinnen buitenshuis willen werken zijn zij aangewezen op te dure crèches. Ik zou dewethou-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1232