1235 29 NOVEMBER 1974 dft probleem aandacht zal besteden. Desondanks meen ik oprecht te kun nen zeggen dat het probleem nü aan de orde is en dat het zeer groot is. Ik zou er voor willen pleiten dat het voor de kinderen die nu rondlopen mogelijk wordt gemaakt in de open lucht te spelen. Zo nodig zou er over dekte accommodatie moeten worden gevonden waar deze kinderen zich op een bepaalde manier kunnen uitleven. De heer VAN MALE; De huidige plaats van de kermis wordtvol- gens onze inlichtingen door zeer velen in Breda nog steeds als minder gelukkig ervaren. De indertijd voor de verplaatsing van de kermis uit de binnenstad naar het Chasséveld geldende motieven zijn onzes inziens niet langer van kracht. In de tijd dat voornoemd besluit werd genomen waren onder meer sterke verkeerstechnische redenen aanwezig. Mede door het instellen van de diverse voetgangersdomeinen en de verander de inzichten over het functioneren van de binnenstad zijn enkele mo tieven voor het genomen besluit niet meer geldig. Wij nodigen het col lege daarom uit door middel van een enquête onder het publiek, mid denstandsorganisaties, Horeca enz. gegevens te verzamelen omtrent de eventuele wens van de inwoners van Breda dat de kermis weer naar de binnenstad wordt teruggebracht» Als blijkt dat deze wens inderdaad be staat, wil het college dan de terugkeer van de kermis in de binnenstad bevorderen? De heer DREEF: Met het oog op de tijd zal ik vele onderwerpen laten vervallen, zoals bijvoorbeeld de nieuwe opzet van de gewestelij ke arbeidsbureaus waarover de heer Veelenturf reeds heeft gesproken.Nog één vraag wil ik stellen. Tijdens het werkbezoek dat de voorzitters van de drie vakcentrales enkele weken geleden onder andere aan Breda heb ben gebracht is aangedrongen op het stichten van een ontwikkelingsmaat schappij, ook voor Noord-Brabant. Een dergelijke stichting heeft in het Noorden des lands haar bestaansrecht al bewezen» Wij willen het colle ge verzoeken een initiatief te nemen teneinde in overleg met de provin cie tot de oprichting van een dergelijke ontwikkelingsmaatschappij te komen. Een dergelijk instituut zou effectieve hulp kunnen bieden bij be staande of ontstaande branden. De totstandkoming ervan is onder meer bepleit in de rede van mr. Mistelli, voorzitter van het B, I. C.gehou den tijdens de industriemiddag van 22 oktober j. 1. Onze fractie is er voorstandster van dat hoge prioriteit wordt toegekend aan het aantrek ken van arbeidsintensieve bedrijven die met de gemeente een sociaal statuut wensen aan te gaan, zoals mijn fractievoorzitter gisteren heeft betoogd. Dat er verschillend over een dergelijk statuut wordt gedacht blijkt onder meer uit de rede van de voorzitter van het Bredaas Indus trieel Contact, gehouden op de industriemiddag, waaruit de heer Vee lenturf zojuist heeft geciteerd» Uit dit citaat blijkt hoe de ondernemers die deel uitmaken van het B. I. C. tegenover een dergelijk statuut staan. De bedoeling van een dergelijk statuut is dat in gezamenlijk overlegtus- sen gemeente, ondernemers en werknemers wordt getracht regels vast te stellen voor de uitgifte van industrieterreinen en naast de gebruike lijke voorwaarden daarbij ook een sociale voorwaarde te betrekken.Ge lukkig denkt minister Boersma daar anders over, gezien zijn verzoek aan de S.E.R. om over het sociaal statuut een nader advies uit te brengen. Wethouder VAN GRAAFEILAND: Ik zal beginnen met de sector van jeugd, sport en recreatie. Mevrouw jager heeft gesproken over de noodzaak van de integratie van wonen en recreëren en over de wijze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1235