29 NOVEMBER 1974 1236 waarop in het aangekondigde onderzoek daarmee rekening zal worden gehouden. Bij het in te stellen onderzoek zal daar volledig rekening mee worden gehouden. Het is de bedoeling van het draagvlakonderzoek de behoeften in de wijken te toetsen en na te gaan op welke wijze daarin kan worden voorzien, alsmede binnen welke termijnen dit financieel kan worden verwezenlijkt. Dat daarbij de bewoners meedenken, maakt zonder meer deel uit van het onderzoek. De bezettingsgraad van de gemeenschapshuizen is inderdaad 47%. Van dit percentage ben ik niet ondersteboven^ omdat men er niet bij voorbaat van moet uitgaan dat gemeenschapshuizen een bezetting van 100% zouden moeten hebben; deze voorzieningen hebben in zekere ma te een beschikbaarheidsnuttigheid. Overigens functioneert een groot deel van de gemeenschapshuizen niet goed, maar de oorzaken daarvan zijn niet geheel duidelijk aan te geven. Op dit punt zal het draagvlakonder zoek geen uitsluitsel geven, aangezien dit volgens mijn inlichtingen ge heel gericht zal zijn op de recreatie en op de sportaspecten daarvan.Het is de bedoeling dat wij op niet al te lange termijn een inzicht in de si tuatie met betrekking tot de gemeenschapshuizen gaan creëren. Wellicht enigszins vooruitlopend op het inzicht in het gehele jeugdbeleid, zullen wij de raad op dat punt het een en ander laten zien. Aan het gebruik van gymnastiekzalen in het kader van de recrea tiesport wordt iets gedaan. Het multifunctionele gebruik van dergelijke voorzieningen heeft voor- en nadelen; er moet toezicht zijn, er moet een concierge zijn en niet alle zalen zijn ruimtelijk geschikt om 's avonds te worden gebruikt. Daarnaast kunnen de gymnastiekzalen slechts voor een bepaalde soort recreatiesport worden gebruikt en hebben wij ook nog behoefte aan grotere sportaccommodaties. Ik meen te mogen zeggen dat wij -- ook via de wethouder van onderwijs alle mogelijke moei te in het werk stellen om zoveel mogelijk de medewerking van de school besturen te krijgen, maar, zoals gezegd, het gebruik van gymnastiek zalen heeft zowel voor- als nadelen. De financiële consequentie van het niet doorgaan van de integra le tariefverhoging, die in de begroting is opgenomen,bedraagtƒ.38.006,—. Zij zal in de eerste wijziging van de begroting aan de raad worden voor gelegd; het bedrag zal door de algemene dienst moeten worden bijgepast. De heer Beckers is het naar ik heb begrepen nog niet met mij eens over de inhoud van het begrip "welzijn" en ik verwacht dat wij daarover nog wel langdurig van mening zullen blijven verschillen. Ook ik beschik over de nota inzake het recreatiebeleid die hij heeft genoemd. Het is mij bekend dat deze nota in de vorige raadsperiode aan de orde is geweest, maar ik moet eerlijk bekennen dat ik op dit ogenblik niet op de hoogte ben van de stand van zaken bij de behandeling ervan. Dat de besluitvorming inzake "Het Ei" democratisch is, zal de heer Beckers niet betwisten. Hoewel ik hem de gedachte dat het genomen be sluit onjuist zou zijn niet wil afnemen, vind ik het merkwaardig dat hij heeft opgemerkt dat "Het Ei" vooral van belang is voor bewoners "die toch al zo weinig van de gemeente te verwachten hebben". In de eerste plaats wordt "Het Ei" nu door geheel Breda gebruikt en bovendien meen ik dat het onjuist is dat hier weer een bevolkingsgroep in een bepaalde discriminerende positie ten opzichte van de rest van Breda wordt geplaatst. Uit mijn bijdrage aan de algemene beschouwingen is reeds gebleken dat wij de voorstellen van de federatie van P.v. d. A. en P. P. R. met betrek king tot openhouden van "Het Ei" gezien de financiële consequenties er van niet zullen steunen. De recreatiesport, een nogal breed uitgemeten onderwerp in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1236