29 NOVEMBER 1974
1238
één ding zeker, namelijk dat wij het bedrag van 100. 000, -- kwijt
zijn, terwijl het onzeker is of de aangebrachte voorzieningen in de uit
eindelijke bestemming van de Galderse Meren passen. Bovendien is het
op het ogenblik vrijwel onmogelijk de nodige politiële contrdle op het
zwemmen uit te oefenen. Zodra men voorzieningen treft, mag worden
verwacht dat daar de nodige controle tegenover staat. Al deze proble
men zou ik hier in het midden willen brengen.
De heer BECKERS: Mag ik u nog een keer interrumperen?
Wethouder VAN GRAAFEILAND: U kunt ook. nog in tweede termijn
spreken.
De VOORZITTER: Dat is nog niet zeker.'
De heer BECKERS; Misschien kan ik een misverstand ophelderen.
Als wij voorzieningen treffen, zijn wij wellicht 100. 000, -- armer
maar een aantal mensenlevens rijker. Dat weegt voor mij zwaarder.
Wethouder VAN GRAAFEILAND: Er valt natuurlijk ook nog weiiets
te zeggen over de persoonlijke verantwoordelijkheid van een ieder die
daar gaat zwemmen, terwijl dat niet mag.
De werkgroep die is ingesteld om de problematiek van de Galder
se Meren te onderzoeken houdt zich in het bijzonder bezig met de vraag
wat de recreatieve waarde van deze plas voor de Bredase bevolking is.
Mede om die reden lijkt mij de aanwezigheid van mensen uit Nieuw -
Ginneken en Rijsbergen niet nodig en ik geloof ook niet dat zij in de
groep zijn opgenomen.
Tijdens de algemene beschouwingen heb ik al aangekondigd dat
de raad in 1975 zal worden geconfronteerd met het basisplan voor deBies-
bosch, terwijl ik tevens heb laten doorschemeren dat dit naar alle waar
schijnlijkheid aanzienlijke financiële consequenties zal hebben. Daarbij
denk ik niet alleen aan de aanleg maar ook vooral aan het onderhoud van
hetgeen zal worden aangelegd. De financiële consequenties zullen niet
mis zijn en ik meen dan ook dat zij nog tot een zeer diepzinnige discus
sie in deze raad aanleiding zullen moeten zijn.
Over de wijze waarop de prioriteitenlijst door de federatie van
P. v. d. A. enP. P.R. is gehanteerd ben ik uitgesproken. Mijn mening daar
over is bekend: er is zeker niet zo maar ineens iets ter tafel gekomen.
In de vorige raadscommissievergadering is gevraagd om een prioriteit
stelling in de werkzaamheden van de betrokken beleidsambtenaar en die
heeft men gekregen.
De heer Lambregts heeft gevraagd naar de infrastructurele maat
regelen met betrekking tot het "Ijspaleis" van Joan Haanappel. Dit on
derwerp behoort tot de portefeuille van collega Van Dun. Ik kan hier
over niets mededelen maar ik neem aan dat indien de stichting vanhet
park doorgaat de infrastructurele maatregelen zullen worden ingepast.
Het fietspadenplan is inderdaad aan de orde gesteld, maardathoudt
weinig verband met "De Baronie" omdat daarbij een plan aan de orde is
dat in het bijzonder Breda gaat betreffen. Ik beschik wel over informa
tie over fietspaden maar die is weer van andere aard dan het plan waar
over de heer Kramer in de commissievergadering van augustus heeft ge
sproken. Ik kan deze vraag van de heer Lambregts dan ook niet beant
woorden.
Het is ook ons opgevallen dat voor directe activiteiten slechts 22%