14 FEBRUARI 1974 123 deze te snelle groei en de Haagse Beemden komen weer te voorschijn, Breda pleegt overleg met de randgemeenten, hetgeen resulteert in het schrijven van een brief aan gedeputeerde staten waarin men als geza menlijke mening te kennen geeft dat de Haagse Beemden zo snel mo gelijk ontwikkeld moeten worden en dat dit project als een gezamen lijk aan te pakken project wordt beschouwd. Wij schrijven dan inmid dels januari 1974 en constateren in feite dat wij weer even ver zijn als in maart 1971, met het verschil dat wij drie kostbare jaren verloren hebben, Ik vond het nodig dit stukje geschiedenis hier op te voeren, al was "het alleen maar om het geheugen van een aantal raadsleden wat op te frissen. Thans ga ik over op het preadvies. De samenwerkende frac ties van de K. V. P. en de protestants-christelijke groepering hebben uit voerig van gedachten gewisseld over het ter tafel liggende stuk. Zij hebben met genoegen geconstateerd dat het college geen gebruik wenst te maken van zijn bevoegdheid het binnenkort goedgekeurde bestem mingsplan "Haagse Beemden", vastgesteld door de raad van Prinsenbeek, zonder meer tot uitvoering te brengen, doch dit plan opnieuw ter dis cussie wil stellen. Dit wil ik heel duidelijk vaststellen. Hiermee geeft het college gevolg aan de wens van deze raad om zoveel mogelijk te worden betrokken bij de voorbereiding van belangrijke aangelegenheden en aan de wens van de bevolking om gelegenheid voor inspraak te heb ben. Voorts vinden genoemde fracties het een verstandige aanpak van b„ en w. de beslissingen in fasen te laten nemen. Wij achten deze gang van zaken vooral juist, omdat opeenhoping van veelsoortige argumenten en mogelijke bezwaren grote verwarring kan stichten, waardoor aan de kern van de zaak al te gemakkelijk voorbij wordt gegaan. Tenslotte constateren wij dat burgemeester en wethouders erin zijn geslaagd hun preadvies logisch op te bouwen aan de hand van eerder door deze raad genomen besluiten. Toch menen de twee samenwerkende frac ties enkele opmerkingen te moeten maken, deels omdat deze niet door b. en w. zijn gemaakt, deels teneinde wel reeds gemaakte opmerkingen nog eens extra te onderstrepen. Wij zijn evenals het college van mening dat in de gegeven omstan digheden geen redelijk alternatief aanwezig is. De binnenstad leent zich niet voor veelsoortige woningbouw, zoals wij ons voorstellen in de Haag se Beemden. Bovendien zouden daar slechts 9. 000 woningen gebouwd kun nen worden van een soort die wij niet meer wensen. De militaire terrei nen zijn misschien op den duur maar zeker niet op korte termijn te ver werven, Ook als dit echter wel het geval zou zijn, zouden nog dezelfde bezwaren als voor de binnenstad gelden. Ook buiten Breda is geen bruikbaar alternatief voor bebouwing van de Haagse Beemden te vinden. Het gebied Heilaar en De Rith heeft een geheel andere bestemming die nog eens wordt geaccentueerd door de ruilverkaveling die daar in uitvoering is. Voor het gebied Bavel/Dorst gelden dezelfde bezwaren; ook daar is een ruilverkaveling in uitvoering en er zijn bovendien andere ontwikkelingen gaande die het ons onmoge lijk maken de eerste tien 5 vijftien jaar een redelijk stedebouwkundig plan tot uitvoering te brengen. In de verre toekomst zou dit een aan trekkelijk woongebied kunnen zijn, maar wij vragen ons af of wij ons niet zouden moeten verzetten tegen een uitbreiding op grote schaal in ver band met de aantasting van het landschap ter plaatse. Rest ons op dit ogenblik alleen het gebied "Haagse Beemden", Hoe wel veel groeperingen zich blijvend hebben beziggehouden met de pro blemen en uitvoerig hebben geëtaleerd wat ons te wachten zou staan bij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 123