1257
29 NOVEMBER 1974
gradeerd van "hoofdstad van West-Brabant" tot "centrumgemeente",
blijkens uitspraken van de heer Crul, die vervolgens het woord "centrum
gemeente" is blijven gebruiken. Het heeft ons dan ook wel enigszins ver
wonderd dat vanavond deze term voor zijn groepering problemen bleek
op te leveren.
De VOORZITTER; Maar er staat nu in de motie --en dat lijkt mij
ook zeer fraai -- dat er in Zuidwest-Nederland behoefte is aaneen
H, E, A, O. -school en dat Breda in Zuidwest-Nederland het een en ander
te betekenen heeft, zodat de H.E, A.O, -school daar moet worden ge
vestigd, In de gehele raad en naar ik aanneem ook daarbuiten twijfelt
daar niemand aan, zodat wij de motie gerust kunnen aannemen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna de motie-Visser met
algemene stemmen aangenomen.
De VOORZITTER; Ik stel thans aan de orde de motie van de heer
Dees inzake de permanente educatie.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de motie-Dees met algeme
ne stemmen aangenomen.
De VOORZITTER; Ik kom nu toe aan de motie van de heer Beckers
inzake de militaire terreinen. Mij is gebleken dat daarover geen over
eenstemming is bereikt.
De heer BECKERS; Ik zou graag een kleine wijziging willen aan
brengen en een stemmotivering willen geven. De datum van de motie
zou ik in 30 november willen veranderen. Daarnaast wil ik er nog eens
op wijzen dat de raad een eigen verantwoordelijkheid heeft om het be
lang van de militaire terreinen te onderstrepen. Wij beweren niet dat
het college in dezen niets doet: evenals in het geval van deH.E.A.O.-
school en het geval van de permanente educatie is er sprake van initia
tief van de kant van het college. Op grond van de eigen verantwoorde
lijkheid van de raad achten wij dit onderwerp van zodanig belang dat
wij het nog eens in een motie willen onderstrepen.
De heer GEENE; De wethouder beschikt blijkbaar over vertrouwe
lijke informatie die van dien aard is, dat hij ons de motie ontraadt,Hij
heeft gezegd dat er overleg wordt gepleegd en wij willen hem graag de
gelegenheid geven dit overleg ongestoord voort te zetten, waarbij wij
er op vertrouwen dat hij zodra dit hem wordt toegestaan de raad zal in
lichten, Op grond hiervan heeft mijn fractie geen behoefte aan de mo
tie.
De heer DEES: Uit de woorden van de wethouder heb ik afgeleid
dat het college in dezen inventief is en het gesprek met het ministerie
van defensie, dat al jaren aan de gang is, op peil houdt. Op grond hier
van vinden wij punt a. van de motie overbodig. Ten aanzien van punt
b, heb ik geconstateerd dat de wethouder gebonden is aan een bepaal
de vertrouwelijkheid, maar ik meen dat hij altijd bereid zal zijn des
gewenst in raad of raadscommissie inlichtingen te geven. Deze motie
is naar onze mening overbodig en volstrekt niet vergelijkbaar met de
motie inzake de H.E. A.O.die juist ter kennis van de minister van
onderwijs en wetenschappen zal worden gebracht, of met de motie in
zake de permanente educatie. Wij zullen tegen de motie stemmen.
