14 FEBRUARI 1974
125
1. De besluitvorming zal trapsgewijs geschieden. Hoe denkt het
college de raad, de bevolking en de randgemeenten bij dit gebeuren te
betrekken? Zijn b. en w. niet van mening dat de regio in dezen een
functie heeft?
2. Tijdens de commissievergaderingen in januari en februari 1972
is het college uitvoerig ingegaan op de inschakeling van één project
ontwikkelaar voor de ontwikkeling van het gehele gebied. Wij waren daar
mee destijds al niet zo gelukkig en sedertdien zijn onze bedenkingen al
leen maar groter geworden. Onze voorkeur gaat in hoge mate uit naar een
te formeren ontwikkelingsteam dat in alle vrijheid zonder commerciële
bindingen kan werken. Is het college van mening veranderd?
3. Kort geleden heeft deze raad de vestiging van een bedrijvenpark
in de Haagse Beemden goedgekeurd. Wij zijn van mening dat dit wel
een aardig begin, maar overigens een enigszins magere aanzet is. Is het
college niet van mening dat zo spoedig mogelijk een grotere oppervlak
te bedrijfsterrein gereed moet worden gemaakt, mede om het bedrijven
park een betere kans van slagen te geven?
4. Hoe groot is de reële aanvraag voor bouwkavels van bouwbedrij
ven?
5. Hoe groot is de reële vraag naar industrieterrein?
6. Het Haagse Beemden-bos vinden wij van groot belang voor de
nieuwe wijk en ver daarbuiten. Is het college bereid na te gaan of het
mogelijk is vooruitlopende op andere ontwikkelingen zo snel mogelijk tot
aanplant over te gaan?
7. Acht het college het niet gewenst misschien in dit bos bomen,
bestemd voor de toekomstige woonwijk, nu reeds aan te planten en voort
r.e kweken?
8. Wanneer denkt het college een globale kostenraming voor bouw
rijp maken van het gebied aan de raad te kunnen voorleggen? Wij zou
den met een voorlopige kostenindicatie, gebaseerd op ervaringscijfers
al zeer gelukkig zijn.
9. Hoe groot is het bedrag dat thans al is geïnvesteerd in de Haag
se Beemden?
10. De samenwerkende fracties wensen uitdrukkelijk zo veel moge
lijk waardevolle natuurlijke en landschappelijke elementen in het terrein
te sparen. Zijn deze. al geïnventariseerd en door deskundigen op hun waar
de beoordeeld?
Tot zover in eerste instantie. Ik dank u.
De VOORZITTER: Dat is naar ik meen ook ver genoegj Ik wil erop
wijzen dat het mij volstrekt uitgesloten lijkt van de zijde van het colle
ge op de vragen die u heeft gesteld te antwoorden. U hebt naar mijn indruk
ook even wat verder gekeken dan de Haagse Beemden; dat is natuurlijk uw
goed recht, maar wij houden ons nog steeds bezig met het ter tafel liggen
de voorstel en ik geloof dat u daar bij de beantwoording ook wel rekening
mee zult willen houden.
De heer SPANJER: Aan het woord is de kleinst mogelijke minder
heid van mijn fractie.
Ik ben van mening dat het een verstandig besluit is de besluitvor
ming inzake de Haagse Beemden te splitsen in fasen. Het eerst van alles is
het nodig een principe-besluit te nemen waarin de Haagse Beemden tot
woongebied worden verklaard; eerst daarna kan het college de volgende
raadsbesluiten voorbereiden,
In het principe-besluit is niet vervat wanneer, hoeveel en hoe ge
bouwd zal worden en evenmin hoe de financiering geregeld moet worden.