126
14 FEBRUARI 1974
Ook is niet vastgelegd wie de kosten zal betalen: de gemeente, het rijk
of uitsluitend de huurders en kopers op basis van wellicht hoge grond
prijzen. Duidelijk lijkt het mij dat eerst nadat de raad zich heeft uit
gesproken voor woonbebouwing financiële medewerking van het rijk ge
vraagd kan worden. Ook het nemen van een voorbereidingsbesluit tot
wijziging van het bestemmingsplan kan eerst daarna geschieden. Als
de raad het voorstel van het college vanavond aanneemt, neemt hij een
historisch besluit, dat een nieuwe ontwikkelingsfase voor Breda en om
geving inluidt. Het niet aannemen van het voorstel of het uitstellen van
de beslissing houdt een voortgang van de groeistagnatie in en kan onvoor
stelbaar nare gevolgen hebben.
Ongeveer tien jaar geleden ging de Bredase raad akkoord met de
toen voorgestelde grondruil met Prinsenbeek, met de duidelijke bedoe
ling in dit gebied te bouwen, doch in 1972 heeft de raad het voorstel van
Prinsenbeek tot overdracht zonder meer van de Haagse Beemden aan
vaard. Dat de hiervoor nodige grenswijziging nog in de Staten-Generaal
in behandeling is vormt geen reden tot uitstel van onze beslissing van
vanavond. Er zijn tal van redenen om niet meer te wachten en toch zijn
er velen die blijk geven van een duidelijke twijfel, zoals moge blijken
uit een aantal liantekoppen, waarvan ik er enkele noem: Kamerfractie
P. v. d.A. heeft twijfels over Haagse Beemden" en enkele dagen later:
"Kamerfractie V. V. D, ziet noodzaak grenswijziging niet meer zo zit
ten". Enkele weken later krijgen wij een verslag van een vergadering
van de Kamercommissie voor ruimtelijke ordening -- waarin naar ik
meen beide partijen vertegenwoordigd zijn die het eens is met de
grenswijziging maar wel moeite heeft met de gelijktijdige goedkeuring
van het bestemmingsplan. De commissie heeft de minister van binnen
landse zaken dan ook gevraagd deze twee aangelegenheden te ontkop
pelen: zij wil blijkbaar terug naar het bestemmingsplan "Prinsenbeek"
1962,
Vervolgens noem ik enkele krantekoppen van geheel andere aard.
"Daling landelijk geboortecijfer" maar daarentegen "De bevolkingsgroei
in Brabant stabiel". Een andere krant gaf ongeveer terzelfder tijd inwo
neraantallen van Westbrabantse gemeenten, waaruit blijkt dat het inwo
neraantal van Breda daalt, terwijl Etten-Leur en Oosterhout worden ver
meld met een stijging van ongeveer 5 Uit andere berichten weten wij
dat ook de andere nabuurgemeenten een stijgend inwoneraantal hebben.
Een andere krantekop luidt: "Breda eist groei van nabuurgemeenten op.
De direct omliggende gemeenten profiteren van de groeistagnatie van
Breda". Al deze korte commentaren achter elkaar gelezen doen het de
burger duizelen, maar desondanks moet het mogelijk zijn de draad van
een verantwoord beleid vast te stellen.
Eerst nog enkele andere krantekoppen. "Een zorgelijke arbeidsmarkt
in Breda". Het streekplan moet in revisie, er moet meer samenwerking
in regioverband komen teneinde de Woningbehoefte in de omgeving van
Breda door Breda te doen opvangen en er moet een einde komen aan ver
brokkeling van industrieterreinen in West-Brabant,
Om zijn natuurlijke groei op te vangen heeft Breda grondgebied
nodig; vandaar dat men destijds tot de grondruiltransactie met Prinsen
beek is gekomen. Sedertdien hebben wij de voorstellen tot grenswijzi
ging behandeld en toen deze niet doorging, hebben wij het aanbod van
Prinsenbeek tot het afstaan van het betrokken gebied om niet aan Breda
aanvaard. Nu het zich laat aanzien dat dit aanbod van Prinsenbeek door
middel van wetswijziging bekrachtigd zal worden, moet het op zijn minst
een vreemde indruk maken als de raad niet besluit de Haagse Beemden
tot woongebied te verklaren. De mate van groei van de woningbehoefte