T. Het energie- en waterbedrijf heeft in het door u omschreven geval ongewild onjuist gehandeld. In afwachting van a. de uit spraak in cassatie bij de Hoge Raad inzake een geval van afsluiting op grond van een "Kalkar-weigering" en b. nadere mededelingen van de minister van Economische Zaken; is opïïracht gegeven niet tot afsluiting van elektriciteit bij "Kalkar-weigeraars" over te gaan. Door een abuis is de openstaande kwitantie van de heer Van Gorp, die inderdaad alleen betrekking heeft op de "Kalkar-heffing" 1973/1974, gevoegd bij ande re kwitanties die betrekking hebben op gevallen van notoire wanbetaling. Daarmede is derhalve ten onrechte --de door u gewraakte procedure in gang gezet. Op 10 oktober 1974 heeft mevrouw Van Gorp het energie- en waterbedrijf informaties gevraagd inzake het -- ten onrechte -- be zorgde formulier. Vanwege het energie- en waterbedrijf is haar toenon- middellijk medegedeeld dat er van een misverstand sprake was en dat het formulier kon worden vernietigd. 1270 12 DECEMBER 1974 seerd is ook het besluit van minister Lubbers d. d. 4 oktober 1974 om weigeraars niet meer af te sluiten in afwachting van een nadere regeling. Het gemeentelijk energiebedrijf te Breda heeft aan de gewetensbezwaar de mevrouw A. van Gorp een brief gestuurd waarvan de inhoud ons nog al verontrust. Om deze reden stellen wij het college de volgende vragen: 1. In deze brief, ongedateerd en zonder aanhef, afkomstig van de direc teur van het energie- en waterbedrijf, wordt mevrouw Van Gorp ge waarschuwd dat zij f. 1.200, -- moet betalen wanneer zij niet goed schiks haar elektriciteit laat afsluiten of wanneer zij niet thuis mocht zijn. Deze brief is bovendien ongeveer een week Tïa" de bovenvermel de afspraak van minister Lubbers bezorgd. Is het college met ons van mening dat het energie- en waterbedrijf hier onjuist gehandeld heeft? 2. Mevrouw Van Gorp is 1.200, -- afsluitingskosten in het vooruitzicht gesteld. Hoe verklaart het college het dat andere gewetensbezwaarden 700, of in het geheel geen kosten voorgelegd kregen? In Tilburg is het afsluitingsbedrag 300, --. Is het college met ons van mening dat het energie- en waterbedrijf de voorschriften dienaangaande met voeten treedt? 3. In bedoelde brief wordt aan mevrouw Van Gorp medegedeeld dat het gas afgesloten zal worden. Dit lijkt ons niet in overeenstemming met de 3<yo-heffing op elektriciteitsgebruik t. b. v. Kalkar die men wei gert te betalen. Bovendien is nergens in den lande gas bij weigeraars afgesloten. Is het college met ons van mening dat hier sprake is van een grove vergissing van het energie- en waterbedrijf? 4. Is het college met ons van mening dat op grond van bovenstaande ge gevens deze brief als niet geschreven beschouwd moet worden? 5. Welke maatregelen denkt het college te nemen om tot een duidelij ke objectieve voorlichting van gewetensbezwaarden te komen? ANTWOORD: 2. De kosten van afsluiting en wederaansluiting zijn afhankelijk van te maken manuren en bijkomende kosten. In ongunstige omstandigheden kunnen deze kosten wel oplopen tot 1.200, daarvan kan sprake zijn als zowel gas als elektriciteit moeten worden afgesloten buiten de woning. De voorschriften worden in de -- sporadisch voorkomende gevallen door het energie- en waterbedrijf correct nageleefd. Zo nodig kunnen belanghebbenden bij ons college beroep aantekenen. 3. Uw onder dit nummer gestelde vraag vindt reeds beantwoording on- "3ër 1 hierboven. 4. Ditzelfde geldt voor uw onder nr. 4 gestelde vraag. In afwachting van een uitspraak van de Hoge Raad en de te verwach ten richtlijnen van de minister van Economische Zaken wordt in voor-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1270