12 DECEMBER 1974 1279 nadat het eerste plan geen doorgang kon vinden. Wij hopen dat het on derhavige plan, op grond van een iets gewijzigde bestemming en een veel goedkopere ontsluiting van het gebied, zal kunnen worden uitge voerd. Vervolgens kan ik mevrouw Paulussen zeggen dat het plan geen doorgang zal vinden, als het niet voor de subsidie "Goed en Goedkoop" en vervolgens voor de lokatiesubsidie in aanmerking komt. Mevrouw PAULUSSEN: Ik kan de opmerking van de wethouder.dat ik aan geschiedvervalsing zou doen, niet accepteren. Ik. verzoek hem de notulen van de raadsvergadering nog eens exact na te lezen; overi gens zijn die in het kader van deze discussie voor iedereen interessante lectuur. Inderdaad had ik de notulen van de commissievergadering niet tot mijn beschikking, maar .ik heb mij door een lid van de commissie wel over de indertijd gevoerde discussie laten informeren. Alsnogwil ik echter de notulen nakijken om te beoordelen hoe de discussie exact is geweest. De wethouder heeft ten aanzien van de Haagpoort een verhaal ge houden, waarbij hij evenwel geen exact antwoord gaf op de vraag die ik hem stelde. In de raadsvergadering van 18 april 1974 heeft hij name lijk pertinent beweerd dat de grondprijzen te hoog waren. Dit was al het kardinale punt toen het over Haagpoort en Leuvenaarstraat/Middellaan ging. De wethouder gooide toen de aankondiging van minister Gruijters heel ver weg met de opmerking dat er gezien de hoge grondprijzen en ondanks de lokatiesubsidie geen enkele mogelijkheid was om de woning bouw te realiseren. Ik heb de wethouder zojuist gevraagd hoe hij daar nu over denkt. Overigens heb ik het college een verwijt over de mijns inziens te afwachtende houding gemaakt en voorlopig blijf ik daar ook bij. Ten slotte zal ik graag nog iets over de kwestie van de grondprijs horen. Wethouder VAN DUN: Het verhaal dat ik schilderde berust op de feitelijke situatie. Men kan natuurlijk de wijze waarop het college zijn zaken heeft geëtaleerd als afwachtend beoordelen, maar mijns inziens is dat dan een kwestie, van taalgebruik. Kennelijk is mijn taalgebruik evenwel anders dan dat van mevrouw Paulussen, zodat ik daar verder geen moeite mee heb. Mevrouw PAULUSSEN: Het is niet alleen een kwestie van taalge bruik. Wethouder VAN DUN: Mijns inziens is dat wél het geval, want ikheb duidelijk gezegd dat door het college het initiatief is genomen om bin nen de lokatiesubsidieregeling "Goed en Goedkoop" met het ingenieurs bureau en de woningbouwvereniging -- mevrouw Paulussen schreef bei de laatstgenoemde instellingen het initiatief toe, maar ik eigen mij dat met gepaste bescheidenheid zelf toe -- tot een plan te komen. Mevrouw Paulussen spreekt ondanks mijn uiteenzetting nog steeds van een afwach tende houding. Mijns inziens is het daarom wel degelijk alleen een kwes tie van taalgebruik en daarover stoei,ik in deze raad niet. Mevrouw PAULUSSEN: Waarom vond u de motie, waarin hetzelf de werd gevraagd, dan onuitvoerbaar? Wethouder VAN DUN: Dat is een andere kwestie, want op hetmo-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1279