12 DECEMBER 1974
1291
20. bijlage nr. 407
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE
SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE AANSCHAF
''AN EEN ONTHUIDINGSMACHINE EN AUTOMATISCHE RUGWER-
VELZAAG TEN BEHOEVE VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt ach
tereenvolgens conform de voorstellen van burgemeester en wethouders
onder de nrs. 16 tot en met 20 besloten.
21. bijlage nr. 408
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET TOE
KENNEN VAN EEN SUBSIDIE VAN 1. 000, -- VOOR 1975 AAN
DE WERKGROEP HAAGSE BEEMDEN.
De heer HOUBEN: In het preadvies wordt erkend dat deze groep we
tenschappelijk te werk gaat en ook wetenschappelijke resultaten naar
voren brengt. Mijns inziens moet het ons verheugen dat mensen in hun
vrije tijd dit werk gezien de hoogte van de subsidie vrijwel om niet
willen doen. Het heeft ons echter bevreemd dat de resultaten van het
werk -- hierover staat ook niets in het preadvies -- niet in de planont
wikkeling van de Haagse Beemden worden verwerkt. Wij hebben tijdens
de raadsvergadering, waarbij over een bodemkundig hydrologisch on
derzoek werd gesproken, voor het maken van een inventarisatie van de
landschappelijk waardevolle en cultuur-historisch belangrijke elemen
ten gepleit, welk pleidooi evenwel niet werd overgenomen. Het is ons
gebleken dat het werk van de groep om cultuurredenen wordt gesteund,
maar dat de resultaten niet worden gebruikt, terwijl dat in de planolo
gische sector zinvol zou kunnen gebeuren. Wij vragen ons af of dit niet
op een te sectorische benadering van het welzijnsbegrip wijst, want de
sectoren cultuur en planologie worden los van elkaar gezien en als zo
danig gesteund. Ons inziens zal er naar een integrale benadering moe
ten worden gestreefd, waarbij rekening wordt gehouden met alle aspec
ten die zich in het gebied voordoen, zoals wij al eerder in het kader
van het bestemmingsplan Landelijk Gebied hebben bepleit. Op het o-
genblik is het al normaal gebruikelijk dat men bij het opstellen van
bestemmingsplannen van allerlei belangrijke gegevenheden in het ge
bied uitgaat. Er moet rekening worden gehouden met de diverse aspec
ten die een rol spelen. Van de werkgroep Haagse Beemden heb ik de
informatie gekregen dat zij begin volgend jaar belangrijke studies zal
afronden, die bij de planontwikkeling zullen kunnen worden gebruikt.
In de eerste plaats betreft dit een inventarisatie van de namen die in
dat gebied voorkomen, zodat wij niet onze toevlucht tot gekunstelde
namen, windstreken of cijfers behoeven te nemen, maar gewoon kun
nen teruggrijpen op namen die in dat gebied al leefden. Vervolgens
komt er een studie over de nederzettingsgeschiedenis van de Haagse
Beemden-oost, waarbij onder meer wordt ingegaan op de kavelvorm
die in dat gebied voorkomt. Ook dat is een belangwekkend element,
omdat tegenwoordig wordt ingezien dat de inrichting van een gebied
moet aansluiten bij de bestaande gegevenheden, onder andere bij een
vorm die kavels heeft, welke door sloten of bomen omgeven kunnen
zijn. Vervolgens zal de studie, zij het globaal, enkele waardevolle
landschappelijke elementen aanduiden, terwijl er een cultuur-historische
inventarisatie zal worden gemaakt, zoals ook van deze groep kan wor
den verwacht. Nogmaals pleiten wij er dus voor de uitkomsten van üe-