1292
12 DECEMBER 1974
ze studies bij de planontwikkeling te betrekken.
Voorts is het vermeldenswaard dat de jeugdclub Biota een inventa
risatie van het gebied Burgst en de naaste omgeving daarvan heeft ge
maakt, die eerstdaags zal uitkomen. Deze laatste studie wordt in sa
menwerking met de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereni
ging uitgevoerd. Het komt ons zinvol voor ook de resultaten van deze
studie bij de verdere planontwikkeling ten aanzien van de Haagse Beem-
denroost te gebruiken.
Tenslotte wil ik mijn betoog afsluiten met een opmerking die ik
ook de vorige maal heb gemaakt. Ons pleidooi voor opname van de
studies in de planontwikkeling betekent niet dat de federatie van de
fracties van P. v. d. A. en P. P. R. akkoord gaat met de bedoelingen die
er op dit moment ten aanzien van de ontwikkeling van het gebied be
staan.
Wethouder SANDBERG: De heer Houben heeft met name de nadruk
gelegd op de waardering die er van zijn kant voor het werk van de
werkgroep Haagse Beemden bestaat. Het college heeft terecht gesteld
dat wij het wetenschappelijk werk van deze groep zelf niet kunnen be
oordelen, maar dat het door ter zake kundigen als bijzonder zinvol
en wetenschappelijk wordt erkend. Wij zijn er buitengewoon blij mee
dat bewoners van Breda in hun vrije tijd dit soort werkzaamheden ver
richten. Ons voorstel tot beschikbaarstelling van 1. 000, -- is be
doeld om de resultaten van de onderzoekingen te publiceren, waardoor
grote groepen van de bevolking in en buiten Breda daarvan kennis kun
nen nemen.
De heer Houben heeft gevraagd in hoeverre de studieresultaten van
invloed op de planologische opzet van de Haagse Beemden zijn. Juist
door de wetenschappelijke waarde van het werk van deze werkgroep
is het een belangrijke bijdrage tot de meningsvorming. Ik meen dat
ook de voorzitter van de groep in de St.A.R. zit. Ongetwijfeld zal
hij de wetenswaardigheden die hij in de werkgroep Haagse Beemden
opdoet via de St. A. R, weer gebruiken om dingen te beoordelen, die
uiteraard buiten het kader en het bestek van dit preadvies liggen.
Over de resultaten van het werk van de jeugdclub Biota kan ik op
dit moment niets zeggen, want ik ken de rapporten nog niet, zodat
ik nu ook niet kan beoordelen in hoeverre zij een bijdrage tot de me
ningsvorming kunnen zijn.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voor
stel van burgemeester en wethouders besloten.
22. bijlage nr. 409
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT WIJZI
GING VAN DE BEGROTING 1974 VAN HET ENERGIE- EN WATER
BEDRIJF.
De heer BRUMMELKAMP: Uit twee punten in het voorstel blijkt
dat de gemeentelijke diensten bij het voorspellen van cijfers min of
meer hebben gefaald. In de eerste plaats zal ik graag van de wethou
der vernemen wie verantwoordelijk is voor de oorspronkelijke progno
se van 2. 000 aansluitingen. Uiteindelijk is er een aantal van 700 ge
realiseerd en het lijkt mij wat moeilijk dit toe te schrijven aan het
feit dat de enorme groei van de randgemeenten geen doorgang heeft
gevonden, want ik heb nog steeds niet vernomen of die werkelijk zo-