12 DECEMBER 1974 1297 omtrent nog geen zekerheid, maar het gaat er in ieder geval om het bedrijf weer gezond te maken, zoals het in de commissie ook is gesteld. Er is geen sprake van een ontstaan tekort, maar in 1969 is onder meer onder invloed van de aardgasombouw tot een uniteitenafschrijving be sloten, terwijl wij na verloop van een aantal jaren tot de conclusie zijn gekomen dat dat een verkeerde methodiek was. De raad heeft in juni besloten op een andere wijze te gaan afschrijven, namelijk om op de lineaire afschrijving over te gaan. Wij hebben toen reeds aangekon digd -- u kunt dit in het preadvies lezen -- dat tengevolge van vijf jaar op basis van uniteiten afschrijven een bepaald bedrag moet worden terugverdiend. De accountant heeft ons ook duidelijk gemaakt, dat het gelcfin vijf jaar moet worden afgeschreven, maar het college heeft, gezien zijn zorg omtrent de winstuitkeringen op korte termijn, in eer ste instantie voor vijftien jaar gekozen. Dit is een kwestie van veel onderhandelen geweest, maar wij zijn gezamenlijk tot de conclusie gekomen dat zowel gezien de winstuitkeringen als de gezondheid van het bedrijf een termijn van tien jaar acceptabel is. Ik durf er op dit moment geen enkel verstandig woord over te zeggen hoe het omstreeks 1980 zal gaan, want daarvoor geldt hetzelfde als ik zojuist met betrek king tot de herziene begroting-1974 heb gezegd. Ik durf mij niet aan voorspellingen ten aanzien van het energiebeleid in Nederland en ten aanzien van de tarieven te wagen, want de aardgastarieven en derge lijke worden hoe langer hoe meer door de minister bepaald. Als wij wat dat betreft een vrijere hand krijgen of wanneer de tarieven voor elek triciteit sterker omhoog gaan dan voor de bedrijfsvoering van het Enwa- bedrijf noodzakelijk zou zijn, komen wij er uiteraard een stuk beter voor te staan. De heer BRUMMELKAMP: Ik kan helaas nergens lezen waarom wij er in de toekomst beter voor zullen staan. Ik behoef helemaal geen voorspellingen over het toekomstige energieverbruik te horen, maar ik wil wel graag vernemen wat het college met betrekking tot het gro te tekort zal gaan doen. Wij kunnen alles wel naar de toekomst ver schuiven, maar ook dan zal er voor het wegwerken van de tekorten geld moeten worden gevonden. De heer GEENE: U kijkt al bedenkelijk en ik dreig inderdaad ver velend te worden, maar ik vraag mij toch af of een commissieverga dering overbodig is, want precies dezelfde vragen zijn door hetzelfde lid in de commissie gesteld, waarop hij exact dezelfde antwoorden heeft ontvangen. De heer BRUMMELKAMP: Ik wil nu wel eens antwoord hebben! Wethouder SANDBERG: In de winstbepaling van het Enwa zit duide lijk een risico-element, hetgeen mijns inziens voor iedereen duidelijk is. Over de situatie rond 1980 durf ik eenvoudig geen enkele voorspel ling te doen. Op dit moment zitten wij -- de accountant heeft dat ook gezegd met een bedrag van 8 miljoen dat in de afgelopen vijf jaar te weinig is afgeschreven. Op basis van onderhandelingen is nu voor een periode van tien jaar gekozen waarin het bedrag zal worden afgeschreven. Het alternatief is natuurlijk dat wij dat in één keer doen, hetgeen dan ten laste van de Algemene Dienst zal gaan, maar Breda kan dat op dit moment gewoon niet dragen, om welke reden wij voor de voorgestelde optiek hebben gekozen. De eerste jaren zullen wij hiervoor de amortisatiereserve van 1 miljoen gebruiken, terwijl

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1297