I
1303
12 DECEMBER 1974
Hierna wordt het voorstel van het college in stemming gebracht
en met 23 tegen 14 stemmen aangenomen.
VOOR stemmen: de heren Van Duijl, Van Dongen, Dees en De
Raaff, mevrouw JSger-Middelbeek, de heren Van den Wijngaard,
Koertshuis, Lambregts, Kramer, Ten Wolde, Van Graafeiland, Suur-
meijer, Eissens, Van Asseldonk, Gielen en Visser, mevrouw Van Rooij-
Van den Heuvel, de heren Van Dun, Taks, Broeders, Sandberg, Goos
en Van Banning.
TEGEN stemmen; de heren Houben, Beckers, Kaarsemaker,
Welschen, Jongeneel, Crul en Hendriksen, mevrouw Stutterheim-Ede-
ling, de heren Van Male, Martens en Dreef, mevrouw Paulussen en
de heren Brummelkamp en Oomen,
26. bijlage nr. 413
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VOTE
RING VAN EEN KREDIET VOOR DE VERBOUWING EN INRICHTING
VAN HET GEBOUW P. C. HOOFTSTRAAT 1 (TWEEDE FASE) T. B. V.
DE SCHOOLADVIES- EN BEGELEIDINGSDIENST.
De heer WELSCHEN: Ik wil graag iets over dit voorstel zeggen en
ik hoop dat het C. D.A. mij dat niet kwalijk zal nemen. In de commis
sie heb ik hierover niet gesproken, aangezien het college het bestond
dit voorstel vijf minuten voor de tijd in de commissie te brengen. On
der dergelijke omstandigheden is het natuurlijk onmogelijk iets over
een voorstel te zeggen.
Overigens is dit er een voorbeeld van dat ook het college de com
missievergaderingen als tamelijk voorlopig ziet en zich verder op de
raadsvergadering richt, waar ook best een discussie kan plaatsvinden.
Zoals u weet staan de fracties van de Partij van de Arbeid en de
P. P. R. zeer positief tegenover het werk van de S.A.D. Als tijdens de
begrotingsbehandeling een ogenblik de schijn heeft bestaan dat wij
daaromtrent enkele kritische kanttekeningen plaatsten, moet dat on
middellijk worden rechtgezet, want die kritische kanttekeningen wa
ren niet op de S.A.D. als zodanig, maar op de bestuurscommissie ge
richt. Jammer genoeg is dat niet door iedereen, die op dat moment
in de zaal aanwezig was, begrepen. Het foutieve artikel in De Stem
heeft ons namelijk nogal wat boze reacties opgeleverd. Telefoontjes
over de kritiek die wij op de S„ A. D. zouden hebben, bewijzen overi
gens dat de S. A. D. in het onderwijsveld zelf een zeer goed image
heeft, hetgeen een gelukwens waard is, want het gebeurt mijns inziens
niet zo vaak dat een dienst door zijn eigen clientele wordt verdedigd.
De heer DEES: Ik vraag mij af of de S.A.D, thans aan de orde is.
Waar praten wij op het moment eigenlijk over?
De heer WELSCHEN- De S.A.D. is inderdaad aan de orde, want wij
behandelen thans agendapunt 26, bijlage nr. 413.
De heer DEES: Ik heb de indruk dat de linkse partijen bij elk raads
voorstel opnieuw algemene politieke beschouwingen gaan houden.
De VOORZITTER: De heer Welschen is er zich zeer goed van bewust
dat het thans om de verbouwing en inrichting van een gebouw voor de