1308 12 DECEMBER 1974 te Breda komt. Op grond van een soort van "gentleman's agreement" met het bestuur van het Laurentius - ziekenhuis hebben wij dit terrein jarenlang voor een eventuele uitbreiding van een concentratie van zie kenhuizen in Breda gereserveerd. Anderzijds moesten wij een door de bewoners van de Bavelselaan en de Kerkhofweg gewenste ontwikkeling tegenhouden om een eventuele concentratie van ziekenhuizen op dat punt mogelijk te maken. Onderhandelingen met het bestuur van het Laurentiusziekenhuis hebben ons geleerd dat de gedachten daaromtrent gedeeltelijk van de baan zijn. Zo er in Breda nog ooit een concentra tie op ziekenhuisgebied tot stand zou komen, zal dat niet op dit ter rein geschieden, reden waarom het gewoon plezierig is dat de stop die wij op bepaalde ontwikkelingen aan de Bavelselaan en de Kerkhofweg hadden is opgeheven, terwijl wij nu de beschikking over een ha grond aan de Allerheiligenweg hebben gekregen. De heer Beckers meent dat dit vrijkomende stuk voor sociale wo ningbouw moet worden gebruikt. Hij heeft een gedeelte uit De Stem ge citeerd en als ik in Princenhage inderdaad heb gezegd wat De Stem vermeldt, heb ik daarmee geen moeite. De leefbaarheid van Breda kan alleen maar worden bewaard als de woonproblematiek van Breda integraal --ik meen dat wij dat woord vanavond vaker hebben gebruikt -- wordt benaderd. Wij doen niet aan de sociaal zwakkeren en de maat schappelijk gezien wat lager geklasseerde groepen tekort, als er in Bre da ook ruimte voor bungalows wordt gereserveerd, waarmee ik overigens niet wil zeggen dat dit een bungalowpark wordt. Mijns inziens moeten wij de noden van alle categorieën bekijken. Teneinde in Breda tot een integrale benadering van de gehele problematiek te komen en een e- venwichtig bestand te krijgen van de inwoners van Breda, die tezamen het Bredase leven uitmaken, moeten wij zowel voor de ene als voor de andere categorie zorgen. Als wij de voorstellen tot bouw in Breda van de afgelopen jaren op een rij zetten -- ik ben daartoe overigens nu niet in staat -- moeten wij constateren dat wij terzake van de groep, waarover wij nu praten, niet overtrokken te werk zijn gegaan. Ik zou in de commissie wel eens willen nagaan welke voorstellen de afgelopen vier a vijf jaar de raad hebben bereikt om de bouw van bungalows of duurdere woningen mogelijk te maken. Mijns inziens staan die in geen verhouding tot de plannen voor sociale woningbouw die gedurende die periode zijn vastgesteld; deze vormen zowel kwantitatief als kwalita tief de meerderheid. Wij moeten zelfs al jarenlang aan de mensen, die in Breda een bungalow willen bouwen, mededelen dat hier voor hen geen plaats is. Wij willen niet discriminerend te werk gaan en het is ook niet onze bedoeling geen zorg aan de sociaal zwakkeren te beste den, maar wel willen wij bewerkstelligen dat ook andere categorieën zich in Breda kunnen blijven vestigen; mijns inziens is dat in het kader van ordentelijk stadsbestuur ook de bedoeling. In de derde plaats heeft de heer Beckers over de kwestie-Ginneken gesproken. De heer Beckers heeft terecht gezegd dat wij de raad binnen kort met een preadvies over de problematiek aldaar zullen verheugen, waaraan de motie van de heer Geene uiteraard niet vreemd is. U weet dat wij in dat preadvies een aantal punten zullen benaderen, maar niet temin blijf ik bij mijn uitspraak die ik in de commissie heb gedaan. Als dit plan tot het stichten van een aantal woningen -- welke dan ook -- op dit terrein in relatie tot de problematiek van 't Ginneken wordt ge bracht, wordt deze problematiek uit haar voegen gerukt. Het gaat er namelijk om dat wij daar een leefgemeenschap aantreffen, die op het voorzieningenniveau van 't Ginneken is geënt. Het gaat er bij mij niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1308