12 DECEMBER 1974
1309
in dat de bewoners van de toekomstige woningen aan de Allerheiligen-
weg zich op het voorzieningenapparaat van 't Ginneken-kern zullen
richten. Het is duidelijk dat zij zich met name op de IJpelaar en met
name op het winkelcentrum: "De Burcht" zullen richten en als zodanig
ontken ik, zonder wetenschappelijke studies, de relatie van de proble
matiek-Ginneken met het voorstel dat thans aan de raad is gepresen
teerd.
De heer BECKERS: Met het eerste bezwaar van mijn kant is de wet
houder het formeel eens, maar hij heeft niet aangetoond waarom des
ondanks toch dit voorbereidingsbesluit moet worden genomen, ondanks
het feit dat het bestemmingsplan in aantocht is.
Ik ben mét de wethouder blij over het feit dat de stop is opgeheven,
maar mijns inziens moet wel worden bekeken hoe het vrijkomende ter
rein ten bate van de Ginnekense en Bredase gemeenschap kan worden
benut.
Uitdrukkelijk heb ik gezegd dat het voor ons niet vaststaat dat hier
sociale woningbouw zal moeten komen, maar dat wij daaraan wel ho
ge prioriteit geven. De wethouder heeft gesproken over de noden van
de beide groepen, namelijk van de mensen die zich een duurdere wo
ning kunnen permitteren en de sociaal zwakkeren. Er is evenwel nogal
wat verschil tussen de 3. 000 woningzoekenden, over wie de wethouder
zojuist niet heeft gesproken, maar die met name in de lage inkomens
categorie kunnen worden gevonden en degenen die een bungalow kun
nen bewonen. De wethouder stelde dat er in het verleden veel voor de
sociaal zwakkeren is gedaan, maar voor de toekomst zijn voor hen nau
welijks faciliteiten in aantocht, want uit de stukken met betrekking
tot de Haagse Beemden heb ik begrepen dat er op dat punt heel weinig
kan worden verwacht. Tegen de nood van deze mensen steekt de nood
van de bungalowbewoners naar onze mening enigszins magertjes af.
Vervolgens heb ik u verzocht een overzicht van de bestemming
van de grond voor de drie soorten van categorieën te geven. Misschien
kunt u daaromtrent in tweede termijn een toezegging doen.
Ik vind het voorts jammer dat de wethouder zonder onderzoek
reeds meent te moeten stellen dat de bestemming van deze grond, wel
ke die ook zal zijn, nooit in relatie tot de Ginnekense problematiek en
de Ginnekenmarkt zal staan. Mijns inziens dient een onderzoek er juist
toe om dit aan te tonen of te ontkennen.
Over het hoofd van de voorzitter heen wil ik met name aan het
C. D.A. nadrukkelijk vragen -- in de commissie maakte men van die
zijde zijn mening niet duidelijk kenbaar -- of het mét ons van mening
is dat gezien de grondschaarste in Breda hoge prioriteit aan de sociale
woningbouw in Breda moet worden gegeven; ik verwijs in dit verband
naar zijn eigen verkiezingsprogramma.
Ik heb in eerste termijn gezegd dat wij nogal wat reserve ten op
zichte van dit voorstel hebben en ik heb dat aldus geformuleerd omdat
de wethouder anders zou zeggen dat een discussie niet meer zinvol is,
omdat wij toch tegen zullen stemmen. Wij zullen inderdaad tegen stem
men, omdat er ten onrechte van het middel van het voorbereidingsbe
sluit gebruik wordt gemaakt, omdat wij principiële bezwaren tegen de
bouw van bungalows en luxe flats op die plaats hebben en omdat wij
de bestemming van het gebied in het kader van de totale Ginnekense
problematiek willen beoordelen.
De heer HOUBEN: Ik wil aan het betoog van de heer Beckers nog