1310 12 DECEMBER 1974 iets toevoegen en dan met name naar aanleiding van de opmerking van de wethouder dat zijns inziens de problematiek van 't Ginneken uit haar voegen wordt gerukt als tussen het onderhavige gebied en die problematiek een relatie wordt gelegd. Naar mijn mening is dat niet juist» want dat zou inderdaad door een onderzoek moeten worden uit gewezen, zoals de heer Beckers al heeft gezegd. Als men de afstand tot het winkelcentrum- 'De Burcht" hemelsbreed met die tot de Ginne- kenmarkt vergelijkt, moet men constateren dat die eerste aanzienlijk groter is dan de laatste. Pragmatisch geredeneerd kan ik mij derhalve niet voorstellen dat de nieuwe bewoners zich met name op de IJpelaar zullen richten. De heer GEENE: Er is een rechtstreekse vraag aan onze fractie ge steld, namelijk de vraag of wij aan de sociale woningbouw een hoge prioriteit toekennen. De heer Beckers weet ook wel dat dat het geval is, maar wij zijn het met de wethouder eens dat er diversiteit in de wo ningbouw moet zijn. Eveneens zijn wij het met de wethouder eens dat de bouw van duurdere woningen in geen verhouding staat tot de socia le woningbouw die wordt gepleegd. In mijn algemene beschouwingen ï.eb ik duidelijk gezegd dat de verschillende categorieën van mensen elkaar nodig hebben en dat zij tezamen een evenwichtige situatie te weeg brengen. Uit die algemene beschouwingen kan de heer Beckers ook conclusies trekken. Het C. D.A. zou het liefst iedereen in een ei gen woning met een grote tuin plaatsen» maar voorlopig zal dat wel een vrome wens blijven. Wethouder VAN DUN; Ik heb het idee dat ik enigszins "gepakt" ben, namelijk doordat de heer Beckers in eerste instantie zei dat hij enige moeilijkheden met het voorstel had, terwijl hij in tweede instan tie spontaan verklaarde toch tegen te zullen stemmen. Mijn taxatie was derhalve in eerste instantie onjuist. Wat betreft t Ginneken verschillen wij van mening. Ik zou op dat punt nog veel verder kunnen gaan» maar ook dan kan men tegenwer pen dat er eerst een onderzoek moet worden gepleegd. Ik stel in dit verband niet dat Ginneken Ginneken moet blijven» maar dat Ginneken in 't Ginneken moet blijven. Het is namelijk een probleem dat een niet zo gering aantal inwoners van de kern van Ginneken zich niet meer op het Ginnekense winkelapparaat richt, hetgeen ook niet door de stu diegroep-Ginneken wordt weersproken. Aangezien dit probleem al door de bewoners van "t Ginneken zelf wordt gesignaleerd, heb ik be paald niet de verwachting dat de bewoners van de Allerheiligenweg aan de periferie van Ginneken zich, gezien de berekening van de he melsbrede afstand, wel spontaan op de Ginnekense voorzieningen zul len richten. De heer Beckers probeert van mij de toezegging los te wringen dat er een overzicht zal komen van de in het verleden gegeven woning- bouwbestemmingen aan de diverse terreinen, maar ik kan dat verzoek niet honoreren omdat dit buitengewoon veel tijd zou vergen, terwijl ik die niet van het ambtelijk apparaat los kan peuteren. Ik kan wel eens met de commissie nagaan welke gegevens voorhanden zijn; misschien kan er op een simpele wijze een inzicht aan de commissie worden ge geven. Ik kom tenslotte nog op de sociale woningbouw, over welk punt ook de heer Geene heeft gesproken. De heer Beckers moet mijns inziens wat voorzichtiger met het uit hun verband rukken van cijfers zijn. Hij baseerde zijn opmerkingen vermoedelijk op stukken over de Haagse

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1310