12 DECEMBER 1974
1315
ker, Welschen en Jongeneel.
RONDVRAAG,
De heer TEN WOLDE: Er zijn geregeld vragen gesteld met betrek
king tot het plaatsen van zitbanken in ae omgeving van het winkelcen
trum: "De Burcht". In dat gebied is het percentage bejaarden vrij hoog,
maar er zijn bij het winkelcentrum bijzonder weinig zitbanken voor
hen aanwezig. Het lijkt mij verstandig enkele eenvoudige banken te
plaatsen. Op het ogenblik staan er in ue omgeving van De Burcht"
enkele bloembakken die gedurende een groot deel van het jaar niet ge
vuld zijn: ik zou het college kunnen vragen deze bloembakken op hun
kop te zetten, maar ik wil in ieder geval het verzoek doen op deze
plaats enkele zitbanken te plaatsen.
De heer CRUL: In de raad en in de commissie voor algemene za
ken is vaak gesproken over de datum van ontvangst van de agenda en
de raadsstukken. Nadat de gang van zaken enkele maanden lang rede
lijk goed was geweest, doet zich thans weer een ontwikkeling voor in
de richting van een te late ontvangst van de stukken om een goede be
handeling in de fractie en een discussie met de achterban mogelijk te
maken. Deze maand was het helemaal bar en boos: tot eergisteren kre
gen wij nog stukken toegezonden en ook vanavond hebben wij nog
voorstellen ontvangen waarover meteen een besluit is genomen. Mijn
fractie had in eerste instantie het voornemen een ordevoorstel te doen
teneinde de desbetreffende stukken van de agenda te doen afvoeren,
maar zij heeft dat, aangezien zij de nodige voortgang wilde garanderen,
niet gedaan.
In dezen zou ik twee vragen willen stellen. Welke afspraken be
staan er in het college en in het ambtelijk apparaat over de toezending
van agenda's en stukken voor raads- en commissievergaderingen? Is
het college bereid voortaan op dit punt strikt de hand te houden aan
het reglement van orde?
De VOORZITTER: In het college is afgesproken dat ik de vragen
van de heer Crul direct zal proberen te beantwoorden. Wanneer ik dat
doe, wil ik tevens enige toelichting geven op de situatie met betrek
king tot de toezending van de stukken die op het ogenblik is ontstaan
en aie naar mijn mening niet alleen de heer Crul maar de gehele
raad aangaat.
In de eerste plaats dient naar mijn opvatting te worden erkend dat
een -- zij het beperkt -- aantal stukken inderdaad te laat was. Als de
raadsleden voorstellen op hun tafels aantreffen, is dat een situatie die
niet gebruikelijk mag zijn en op zichzelf ook verwerpelijk is. Overi
gens meen ik dat er in dezen uitzonderingen moeten kunnen worden
gemaakt, zoals de afgelopen dagen met een enkel stuk het geval is
geweest. De urgentie kan zó hoog zijn, dat de behandeling toch moet
plaatsvinden. Ter verklaring van de situatie die thans is ontstaan be
roep ik mij op de volgende omstandigheden. Allereerst wil ik consta
teren dat de toezending van stukken, nadat daarover in de raad en in
de commissie voor algemene zaken afspraken waren gemaakt, goed
tot zeer goed verlopen is. Naar mijn verwachting zal het systeem in
de toekomst opnieuw goed kunnen functioneren. Deze maand heeft
zich echter wel een zeer bijzondere situatie voorgedaan. De vergader
datum valt uitzonderlijk vroeg, namelijk op de twaalfde, want wan-