134
14 FEBRUARI 1974
ergeren.
De gevolgen voor Breda op financieel en ander gebied kunnen
daarbij van vérgaande betekenis zijn.
Verdere overwegingen hierbij zijn:
- de negatieve advisering van de STAR;
- de bevolkingscijfers manen tot grote voorzichtigheid bij de ont
wikkeling van nieuwbouwplannen, zeker in het geval van de
Haagse Beemden door de uitspraak dat de inrichting beneden
25. 000 inwoners onmogelijk is;
- het ontbreken van een gedegen onderzoek naar alternatieve mo
gelijkheden in onder andere - de militaire terreinen
- de binnenstad
- de overige wijken van de stad
- Heilaar
- Breda-Oost/Bavel;
- het ontbreken van de resultaten van het woningmarktonderzoek,
dat eind van het jaar wordt afgerond;
- het niet kunnen overzien van de financiële consequenties, het
geen vérgaande gevolgen kan hebben voor de inrichting van het
gebied en het realiseren van andere voorzieningen zoals het bin
nenstadsplan.
Op grond van deze overwegingen stellen wij vast dat de noodzaak
van de gebiedsoverdracht nog steeds onverkort van kracht is en ver
zoeken het college de beslissing over de inrichting van de Haagse
Beemden op te schorten totdat;
a. de uitkomsten van het woningmarktonderzoek bekend zijn,
b. het onderzoek naar de alternatieve mogelijkheden is afgerond,
c. de financiële consequenties kunnen worden overzien en getoetst
zijn aan de alternatieve mogelijkheden en de overige noodza
kelijke voorzieningen zoals het binnenstadsplan.
Een en ander voor wat de verdere uitwerking betreft in samenspraak
met en op basis van door de betrokken gemeenten op te stellen kern
punten voor een basis- en structuurplan voor stad, regio en gewest.
Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie van de heer Crul me
de onderwerp van beraadslaging uit.
De VOORZITTER: Ik stel voor de vergadering even te onderbreken
omdat het college zich over de motie wil beraden.
De heer DEES; Mag ik een opmerking over de orde maken? Wan
neer het college zich töch gaat beraden zou ik willen voorstellen in het
beraad tevens de vraag te betrekken of hier nog wel van een motie ge
sproken kan worden. Dit stuk lijkt mij meer een initiatief-voorstel of
een alternatief preadvies; het is in ieder geval geen motie in de klassie
ke zin.
De VOORZITTER: Nee. Ik stel voor het hier op het ogenblik bij te
laten. Het college zal straks zijn standpunt bekend maken. Ik schors de
vergadering.
SCHORSING.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Eerst zal de heer
Van Dun namens het college het woord voeren en misschien zal daarna
de heer Van Graafeiland nog spreken. Het college heeft de ingediende
motie met enige welwillendheid bekeken. Uiteraard is met deze motie