13
17 JANUARI 1974
Te denken ware voor de Belcrum als parkeerplaatsen de Veiling
kade, het verlengde gedeelte van de Rijckevorselstraat, tussen
Crogtdijk en de Terheijdenseweg,
Voor de binnenstad en andere wijken zou de gemeentepolitie
nu, danwel later bepaalde terreinen kunnen aangeven, waarna U
voor die terreinen een aanvullende aanwijzing kunt geven.
Mijnheer de voorzitter ter verdere informatie moge dienen:
1. Dat de gemeente Etten-Leur, reeds een besluit genomen heeft
dat bedoelde vrachtauto's alleen op de door hen aangewezen
plaatsen geparkeerd kunnen worden, en er sinds mei 1972
gunstige ervaringen mee heeft»
2. Dat de gemeente Teteringen ook overweegt een parkeerverbod
voor vrachtwagens in de bebouwde kom in te stellen. Zie dag
blad "De Stem" d. d. 8 november 1973.
3. Dat ik U hierbij doe toekomen, het schrijven van de bewoners
Pastoor Pottersplein betreffende bovenstaande klachten, getekend
door 36 personen.
4. Dat U hierbij ook ontvangt het schrijven van het Bestuur van
Sociaal Centrum "Belcrum" ter ondersteuning van deze klach
ten.
5. Dat waarschijnlijk ter vergemakkelijking van Uv besluit een re
cente foto van de bestaande situatie, aan het Pastoor Potters
plein wordt bijgevoegd.
6. Dat gesprekken met diverse agenten van politie mij overduidelijk
de indruk hebben gegeven dat ook zij op het bovenbedoelde
aanwijzen van parkeerplaatsen zeer op prijs zouden stellen, daar
hun activiteiten van nu slechts van bemiddelende dan wel van
verzoekende aard zijn.
ANTWOORD.
In antwoord op Uw bovenaangehaald schrijven delen wij U het vol
gende mede. Wij zijn voornemens op korte termijn met toepassing
van de parkeerverordening Breda 1969 enkele woonwijken in de stad
aan te wijzen waarin het verboden is grote voertuigen te parkeren,
anders dan gedurende de tijd, die nodig is voor het direct in- of
uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden en lossen
van goederen. Tot deze woonwijken zal ook een gedeelte van het
Belcrumkwartier met inbegrip van het Pastoor Pottersplein behoren.
VRAAG (ingevolge art. 40, 2e lid R. v. O.
De heer GIELEN: Tot mijn verbazing heb ik moeten konstateren,
dat op het terrein vóór het groepslokaal van de Jeanne d'Arc Gidsen-
en Kaboutergroep aan de Nieuwe Huizen in de binnenstad van Breda,
een aantal kermiswagens zijn geplaatst.
Zonder de eigenaren en/of bewoners van deze kermiswagens
iets tekort te willen doen, richt ik mij tot U met de onderstaande
vragen:
1. Heeft Uw college toestemming verleend tot het plaatsen van
kermiswagens op het bovengenoemd terrein?
Zo neen, is Uw college bereid om deze kermiswagens te doen
verwijderen en te onderzoeken of er voor deze wagens elders
andere stallingsmogelijkheden zijn?