142
14 FEBRUARI 1974
nadrukkelijk de aandacht zal krijgen.
De heer Geene heeft over Heilaar gesproken, wij spreken ook wel
eens in één adem over Heilaar en De Rith. Het is zeer merkwaardig dat
de gehele besluitvorming van de raad er nadrukkelijk op is gericht daar
het tuinbouwgebied te ontwikkelen; in dit gebied is ook de veiling aan
wezig. In de handelingen van de Tweede Kamer heb ik gelezen dat er
in Nederland één voorbeeld is van een tuinbouwgebied dat voor woonbe
bouwing werd geëtaleerd. Als wij dit voorbeeld -- Waldeck in Den Haag
-- op de Bredase situatie projecteren, meen ik dat onze situatie toch
wel geheel anders is. Voor het college is dit plan gewoon niet aan de
orde.
Tenslotte heeft men dan het hete hangijzer Dorst en Bavel genoemd.
Ook dit gebied zal niet spoedig kunnen worden benut, zodat het qua ter
mijn geen oplossing kan bieden. Uit een oogpunt van politieke realiteit
moeten wij vaststellen dat dit terrein ook "overmorgen" nog niet kan wor
den gebruikt. Er zal een lang proces nodig zijn om een mogelijke uitbrei
ding in Dorst en Bavel te realiseren. De heer Sandberg heeft opgemerkt
dat G. S. dit ook hebben gezegd en het college weet dat. In het streek
plan voor West-Brabant staat heel duidelijk dat dit gebied in tweede aan
leg een woongebied voor Breda zou kunnen zijn. Wij zien Dorst en Bavel
dus als een alternatief, maar dan wel op langere termijn.
Langs de weg van de eliminatie en het "wegpoetsen" van alterna
tieven komt men toch tot een keuze voor het gebied Haagse Beemden,
de tweede poot waarop dit voorstel stoelt.
Hoe stelt het college zich de verdere procedure voor als de raad
vanavond met dit voorstel akkoord gaat? U vindt hierover al het een en
ander in het voorstel. Het is de bedoeling de raad op korte termijn met
de bebouwingsmogelijkheden en -wenselijkheden van het gebied Haag
se Beemden te confronteren. Dit betekent dat de raad nog dit jaar met
een herzien ontwikkelingsplan-Haagse Beemden zal worden geconfronteerd.
Het bekende bruine boek zal in verband met de demografische ontwikke
ling cijfermatig worden bijgesteld en bovendien zal dit boek meer gege
vens over nieuwe inzichten inzake stedebouw, woningbouw en volkshuis
vesting bevatten. Ik vermoed --ik loop dan vooruit op gesprekken die
nog in het college zullen plaatsvinden -- dat de derde besluitvorming,
namelijk de besluitvorming met betrekking tot de financiële consequen
ties van dit programma van eisen, u in een exploitatie-opzet zal wor
den voorgelegd. Er is u al een exploitatie-overzicht verstrekt en ook
dit zal worden bijgesteld en een nadrukkelijke vertaling worden van het
geen in het ontwikkelingsplan is geëtaleerd.
Ik wil dan nog wat verder op de vragen van de heer Sandberg in
gaan. Tot mijn verbazing heb ik gelezen dat één van de leden van de
vaste Kamercommissie van Binnenlandse Zaken heeft gezegd dat in de
boezem van het college de gedachte bestaat tot een afronding van het
gebied Haagse Beemden te komen, waarna met Dorst en Bavel verder
zal worden gegaan. Deze gedachte leeft echter niet in de boezem van
het college, want in het ontwikkelingsplan dat u reeds hebt ontvangen
staat nadrukkelijk dat er een afrondingsmogelijkheid in het gebied Haag
se Beemden zit. Het staat niet bij voorbaat vast dat daar een satelliet
stad met 50. 000 of 60. 000 mensen zal komen. Ik moest hier even op
wijzen om u terzake van de verdere besluitvorming waarmee u te maken
krijgt met de financiële consequenties van de alternatieven te confron
teren. U zult straks zien dat het gebied Haagse Beemden kan worden af
gerond, maar u zult dan tegelijkertijd met de financiële consequenties
daarvan worden geconfronteerd. Ditzelfde geldt voor de ontwikkeling
van het gehele gebied Haagse Beemden. Persoonlijk neig ik ertoe tot
afronding over te gaan, maar dat is nog geen uitgesproken mening van