14 FEBRUARI 1974 151 cijfers nog een merkwaardige angel. Van 1956 af worden er zowel voor de stad als voor de regio cijfers gehanteerd en nu is het het vervelende dat het daarbij om dezelfde mensen gaat. Deze mensen hebben eerst in de stad gewoond en zijn later naar een plaats elders in de regio ver huisd. Als men de groeicijfers van de stad en de regio extrapoleert kan men die mensen daarbij niet betrekken, omdat er dan veel kans op dub beltellingen bestaat waarvoor later de rekening zal worden gepresenteerd. Over overloop wordt in uw voorstel eigenlijk niet meer gepraat; dit wordt duidelijk buiten de beschouwing gehouden, maar als er aan een satellietstad wordt gedacht is het zeker dat met die overloop binnenska mers rekening wordt gehouden. Dit is een zeer twijfelachtig punt gezien het gegeven dat zowel in de Randstad als elders hetzelfde probleem als in Breda speelt. Het is gewoon een landelijk probleem dat de steden leeglopen en dat het groene gebied volstroomt. Hetgeen de heer Sand- berg in eerste instantie heeft gevraagd is in dit verband erg belangrijk, maar hij is daarop niet teruggekomen. Het is namelijk de vraag waarom de mensen uit de stad wegtrekken en waarom zij het groene gebied op zoeken. Eigenlijk wordt deze vraag in uw preadvies niet gesteld. Wij hebben ook vernomen dat er door de Sociografische Dienst een rapport- migratiemotieven is opgesteld, maar hoewel wij daarnaar wel eens heb ben gevraagd hebben wij daar nooit iets van gezien. Graag zal ik van de wethouder vernemen of dit rapport bestaat en of wij daar nog gege vens over kunnen krijgen. Wat betreft het streekplan hebt u gezegd dat voorzover uw infor matie strekt geen herziening van dit plan kan worden verwacht. Dit mag zo zijn, maar bij de interpretatie van het huidige plan moeten wij duide lijk met de terugloop van de bevolkingsgroei rekening houden als een gegeven waar wij eenvoudig niet onderuit kunnen. Wat betreft de industrie is het opmerkelijk dat hierbij een merk waardige redenatie wordt gevolgd. Er wordt van een werkloosheidsper centage uitgegaan en daarom moeten er industrieën worden gevestigd. Aangezien die industrie er komt moet er voor huisvesting worden ge zorgd. Dit betekent dus in feite dat de werklozen die er zijn geen huis vesting hebben. Mijns inziens klopt die redenering niet. U kunt wel zeggen dat er industrieën moeten komen om mensen aan te trekken, maar dat is iets heel anders dan wanneer u stelt dat er industrieën moe ten komen omdat er werkloosheid is. Graag zal ik vernemen welke pre cies de motieven voor industrievestiging zijn, namelijk <5f het aantrek ken van industrieën voor het aantrekken van mensen <5f terwille van de mensen die nu werkloos zijn. Het zal u duidelijk zijn dat wij gezien de gegevens die ons nu ter beschikking staan niet met uw principe-besluit kunnen meegaan. De heer FROGER; Ik wil nog twee punten nader bezien, In de eerste plaats wil ik iets zeggen over de arbeidsmarkt waarover mevrouw Van Nes zojuist heeft gesproken. Er moeten woningen worden gebouwd omdat er nieuwe industrieën en andere mensen komen, maar door de heer Gee- ne is met name op het punt van het voortbestaan van de werkgelegenheid de nadruk gelegd; dit betreft dus de mensen die hier al wonen. Het is nu typisch dat de werkloosheid in Breda in belangrijke mate in het vlak van de pendelaars voorkomt ofwel bij de mensen die in het algemeen juist niet aan plaatselijke industrieën kunnen worden gebonden. Wij kennen maar al te goed de historie van Etten-Leur en St. Willebrord. Toen men Etten-Leur van een industriegebied voorzag was het met name de bedoe ling dat daar mensen uit St. Willebrord zouden gaan werken, maar in de praktijk is vooral in het begin gebleken dat dit in het geheel niet het geval was. Wij menen dat wij zo naarstig werkgelegenheid moeten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 151