15 17 JANUARI 1974 Na overleg tussen de afd. stadsontwikkeling t. s.de dienst van openbare werken en de politie zijn de volgende terreinen als meest ge schikt gekwalificeerd: 1. het terrein gelegen achter de panden aan de Kloosterlaan; 2, het terrein gelegen cp het hoekpunt Fellenoordstraat/Nieuwe Huizen, Ons college heeft zich daarbij uiteraard gerealiseerd, dat het groeps- lokaal van de Jeanne d'Arc groep Scouting Breda slechts toegankelijk is via het onder 2 genoemd terrein. Wij zullen dan ook de nodige aandacht eraan schenken, dat eventueel te stallen woon- en pakwagens aldaar zo danig worden geplaatst, dat de toegang tot voornoemd groepslokaal te allen tijde open blijft, In een door de kermisexploitanten te onderteke nen gebruiksovereenkomst zijn bepalingen opgenomen die deze vrije toe gang moeten garanderen. Op dit moment bevinden zich een tweetal gezinnen op het onder havige terrein. Aanvankelijk was ons college voornemens de familie Leander (ca. 30 wagens) aldaar gelegenheid te geven tot overwintering. Inmiddels zijn met genoemde familie onderhandelingen gevoerd over verkoop van een industrieterrein gelegen aan de Schoklandstraat. Deze onderhande lingen hebben niet tot resultaat geleid. Wellicht kan op korte termijn over verkoop van een ander terrein overeenstemming worden bereikt. In dien de familie Leander alsnog naar hei: terrein aan de Fellenoordstraat dient te worden verwezen, zal contact worden opgenomen met de Jeanne d'Arc groep Scouting Breda. Ons college is zich ervan bewust, dat zowel de kermisexploitanten als wijkbewoners en/of bepaalde groeperingen eigen inzichten, wensen en eventueel bezwaren hebben ten aanzien van overwinteringsstandplaat sen. Rekening houdend met de daarbij betrokken belangen en gezien de gegeven omstandigheden is evenwel naar onze mening een voor alle par tijen aanvaardbare oplossing in deze kwestie gevonden. q. Schrijven van de heer Severens d. d. 3 januari 1974 inhoudende me dedeling dat hij op 11 januari 1974 zijn lidmaatschap van de raad beëindigt. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten. 4. bijlage nr. 374. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE HET OVERBRENGEN VAN DE ONDERGROND VAN GESLOOPTE PANDEN VAN HET WONINGBEDRIJF NAAR. HET GRONDBEDRIJF EN ENKELE ANDERE OVERBRENGINGEN. (Werd de raad reeds eerder toegezonden). De heer VAN CAULIL: In het verleden heb ik zeer vaak en naar ik meen overduidelijk mijn mening kenbaar gemaakt, zodat het mij eigenlijk overbodig lijkt mijn standpunt hier te herhalen, te meer daar ik bij vorige gelegenheden na al mijn bezwaren duidelijk uiteengezet te hebben toch als enige tegenstemmer overbleef. Wanneer nu andere raadsleden blijken geen behoefte te hebben om bij dit agendapunt het woord te voeren, wil ik de vergadering niet langer maken. Mijn mening is volstrekt niet veranderd: zolang het woningbedrijf verlies lijdt, zul len wij nooit in staat zijn een bedrag van 100, 000, -- als inkomsten daaruit bij de algemene middelen te boeken. Dit bezwaar is bij mij le-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 15