162
18 FEBRUARI 1974
Wij zijn tot de conclusie gekomen dat, zeker met de interpretatie die
het J. A.C'. eraan geeft, het woord "voorwaarden" hier niet misplaatst
is. Ik heb een hele stapel voorwaarden meegenomen; ook andere instel
lingen, zowel vrat het rijk als de provincie en de gemeente betreft, moe
ten voldoen aan een aantal met name genoemde voorwaarden. In de
daarop betrekking hebbende paragrafen is het woord "voorwaarden" ook
als zodanig genoemd. Men kan natuurlijk van mening verschillen over
de inhoud van die voorwaarden, maar er is een hele rits instellingen, va
riërend van N. A.C. tot het maatschappelijk werk en de bejaardenvoor
zieningen, waaraan allemaal voorwaarden van de kant van de subsidië
rende overheid worden gesteld. Als zodanig lijkt het ons niet verstandig
een uitzondering ten aanzien van het J. A, C. te maken.
De heer Mensen plaatst mij voor een probleem; hij beschuldigt mij
eigenlijk enigszins van een leugen als hij verklaart dat ik gezegd heb dat
het J. A.C. akkoord gaat met de geformuleerde voorwaarden. Inderdaad
staat in het voorstel dat het J. A. C. akkoord is gegaan met de voorwaar
den, zoals wij die hebben omschreven. Ik weet in ieder geval zeker dat
het J. A. C. ermee akkoord is gegaan in de besprekingen die hebben plaats
gevonden met de ambtelijke begeleidingsgroep, maar ik weet ook zeker
dat het J. A. C. -bestuur in de commissievergadering op een vraag mijner
zijds, of het met de voorwaarden kon instemmen, bevestigend heeft ge
antwoord. Als zodanig zou ik de beschuldiging van de heer Mensen graag
willen terugspelen, want het is bepaald niet zo dat het J. A. C. naar buiten
toe op enigerlei wijze de indruk gewekt zou hebben dat men niet met de
voorwaarden akkoord kon gaan. Ik denk echter dat het hier om een inter
pretatieverschil of mogelijkerwijs om een misverstand gaat.
De heer Mensen heeft gelijk als hij stelt dat de passage over de so
ciale actie in het raadsvoorstel geschrapt moet worden wanneer het om
bevoogding gaat. Als dit de bedoeling zou zijn was ik het helemaal met
de heer Mensen eens en zou deze passage geschrapt moeten worden, maar
naar mijn overtuiging is hier sprake van een verkeerde interpretatie van
de kant van de heer Mensen. Het is zéker niet de bedoeling van het col
lege om tot bevoogding over te gaan, er is alleen bedoeld dat, als er so
ciale acties gevoerd worden, een college, een raad en een overheid de
plicht en het recht hebben om te reageren op hun eigen wijze. Dit kan,
mag en zal in een aantal gevallen zelfs moéten gebeuren; dat is de be
doeling van de passage. De interpretatie is in één van de commissiever
gaderingen wel eens aan de orde geweest, maar men mag er bepaald
niet uit concluderen dat het college, als er een bepaalde vorm van ac
tie gevoerd zou worden, zou overgaan tot het intrekken van subsidie of
iets dergelijks. Ik werp dit ver van mij af, het is bepaald niet de bedoe
ling.
De heer Van der Werff is van mening dat de ambtelijke werkgroep
geen objectieve rapportage heeft kunnen leveren. Men kan daarover twis
ten, maar het is in ieder geval wel de bedoeling dat een door het colle
ge ingestelde ambtelijke werkgroep probeert zo objectief mogelijk te
rapporteren. Dat zij in dit geval gebruik heeft moeten maken van een
aantal gegevens, die niet wetenschappelijk geverifieerd zijn, is te be
treuren, U kent de redenen daarvan want een lid van uw fractie heeft
de discussie daarover meegemaakt. Door het wegvallen van de mede
werking van de kant van de Economische Hogeschool waren wij gedwon
gen op deze manier te evalueren.
Dan komt er een wat epineus punt. De heer Van der Werff vindt
het merkwaardig dat de wethouder van jeugd en sport dit onderwerp in
zijn portefeuille heeft. Mijnheer Van der Werff, ik zou voorop willen
stellen dat ik het eigenlijk wel leuk vind dat ik het in mijn portefeuille
heb zitten, want op zichzelf is het een aangelegenheid met een aantal