18 FEBRUARI 1974
168
Wethouder VAN DUN; Omdat het opheffen van kwalijke toestanden
in de betreffende flats belangrijker is dan juridische haarkloverij.
De heer NIHOT; Ik wil daar maar niet verder op ingaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van bur
gemeester en wethouders besloten.
14. bijlage nr. 34
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT TOEKEN
NING VAN GELDELIJKE STEUN INGEVOLGE DE WONINGWET AAN
DE ALGEMENE WONINGBOUWVERENIGING "BREDA EN OMGEVING"
TEN BEHOEVE VAN EEN COMPLEX VAN 60 EENGEZINSWONINGEN
IN HET BESTEMMINGSPLAN "PRINCENHAGE-WEST I 1973", ALS
MEDE TOT HET AANVRAGEN EN AANVAARDEN VAN GELIJKE
STEUN UIT 'S RUKS KAS.
De heer BROOIMANS; Mag ik op voorhand zeggen dat ik geen be
zwaar heb tegen het toekennen van geldelijke steun aan de algemene woning
bouwvereniging? Toch wil ik een vraag stellen betreffende de voorwaar
den, vermeld op bladzijde 2 van de bij-bijlage onder punt III, waar te
lezen staat dat de verhuur van de woningen van dit complex zal geschie
den overeenkomstig de tussen de gemeente en de algemene woningbouw
vereniging gemaakte en nog te maken afspraken. Wordt hier nu toege
past wat bij het aannemen van de informatieve nota huisvestingsproble
matiek door de gemeenteraad is voorgesteld? U begrijpt wat ik bedoel,
namelijk het op fifty-fifty-basis verdelen van de vrijgekomen of gebouw
de woningen. Of zijn wij nog even ver als ten tijde van het verschijnen
van supplement I van voornoemde nota? In dit supplement hebben wij
kunnen lezen dat het Centraal Registratiebureau nog niet kon functio
neren omdat over de spelregels nog geen overeenstemming bestond. Zo
heb ik mij deze week laten vertellen dat een woningzoekende, die zich
bij het gemeentelijk woningbedrijf laat uitschrijven, zich niet opnieuw
bij een woningbouwvereniging kan laten inschrijven, hetgeen voor mij
aanleiding is te veronderstellen dat er, gezien de doelstellingen van het
Centraal Registratiebureau, ook thans nog geen sprake is van een goed
functioneren van dit bureau. Mag ik vragen of mijn veronderstelling
juist is?
Wethouder VAN DUN; De veronderstelling van de heer Brooimans
is genuanceerd onjuist in die zin, dat onder III in het besluit bedoeld is
te zeggen dat wij overeenstemming met de woningbouwverenigingen
hebben bereikt over het feit dat 50% van de mutaties, die in hun eigen ar
senaal en in dat van de gemeente plaatsvinden, in overleg met het Cen
traal Registratiebureau wordt toegewezen. Uit de tweede nota huisvesting
blijkt naar mijn mening dat de toewijzing "an sich" nog steeds geschiedt
door de bouwverenigingen en door de gemeente, voorzover het haar com
plexen en haar eigendommen aangaat. Het is niet het geval dat het Cen
traal Registratiebureau toewijst; het Centraal Registratiebureau dient van
uit de centrale registratie een lijst in van drie kandidaten per vrijgekomen
woning, waaruit de woningbouwvereniging óf de gemeente -- afhankelijk
van de vraag, wie eigenaar van het complex is -- kan kiezen. Dit kan
vaak een wat lange procedure zijn, maar het is nóg niet het geval dat 50%
van de woningen duidelijk door de gemeente wordt toegewezen. Dat bete
kent niet dat het Centraal Registratiebureau naar mijn smaak op dit moment